ECLI:NL:RBDHA:2021:12758
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor master projectmanagement door de minister van Defensie
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 24 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een kapitein werkzaam bij het ministerie van Defensie, en de minister van Defensie. Eiser had verzocht om aangewezen te worden voor de master projectmanagement, maar zijn aanvraag werd afgewezen. De minister stelde dat eiser al voldoende was opgeleid met een HBO-opleiding bedrijfskunde en dat hij niet voldeed aan de vereisten voor de functies die hij ambieerde, waaronder het hebben van een bepaald aantal ervaringsjaren en het afronden van de Middelbare Defensie Vorming (MDV). Eiser was het niet eens met deze afwijzing en stelde dat de master projectmanagement wel degelijk een verbreding van zijn loopbaanmogelijkheden zou betekenen.
De rechtbank overwoog dat de beoordelingsruimte van de minister beperkt is tot opleidingen die bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van de militair en de verbreding van zijn loopbaanmogelijkheden binnen Defensie. De rechtbank concludeerde dat de minister binnen zijn beoordelingsruimte had gehandeld door de aanvraag van eiser af te wijzen, omdat de functies die eiser ambieerde niet binnen zijn bereik lagen, zelfs niet na het volgen van de master. De rechtbank benadrukte dat de situatie van eiser verschilde van een eerdere uitspraak van de hoogste ambtenarenrechter, waarin de afwijzing was gebaseerd op budgettaire redenen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond, waardoor het bestreden besluit van de minister in stand bleef. Eiser werd ook niet in de proceskosten vergoed.