ECLI:NL:RBDHA:2021:12464
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging afkoelingsperiode in WHOA-zaak van ADO Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 12 november 2021 een beschikking gegeven in het kader van de WHOA-zaak van de naamloze vennootschap N.V. ADO Den Haag. ADO Den Haag had op 3 mei 2021 een startverklaring ingediend en verzocht om een afkoelingsperiode ex artikel 376 Fw. De rechtbank had eerder op 25 mei 2021 een afkoelingsperiode afgekondigd tot 1 augustus 2021 en de herstructureringsdeskundige mr. J.J. Reiziger aangewezen. Op 27 juli 2021 vroeg de herstructureringsdeskundige om verlenging van de afkoelingsperiode, wat op 3 september 2021 werd toegewezen tot 1 november 2021. Op 28 oktober 2021 diende de herstructureringsdeskundige opnieuw een verzoek in om de afkoelingsperiode te verlengen tot 25 januari 2022. De rechtbank heeft de behandeling van dit verzoek op 8 november 2021 gehouden, waarbij verschillende betrokkenen aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat er voldoende vooruitgang was geboekt in de totstandkoming van een crediteurenakkoord en dat ADO Den Haag in staat was om aan haar verplichtingen te voldoen. De rechtbank heeft het verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode toegewezen en deze verlengd tot 25 januari 2022.