ECLI:NL:RBDHA:2021:12303

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 januari 2021
Publicatiedatum
11 november 2021
Zaaknummer
21.338
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 januari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker had tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, waarbij zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk was verklaard. Tijdens de zitting, die samen met een andere zaak (NL21.337) werd behandeld, is verzoeker niet verschenen, terwijl de gemachtigde van de verweerder wel aanwezig was.

De voorzieningenrechter heeft na de behandeling van de zaak ter zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er op dat moment geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening. Dit was te wijten aan het feit dat er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in de andere zaak, waardoor het verzoek niet meer relevant was. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt op 25 januari 2021, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De uitspraak is gedaan door mr. C. Karman, in aanwezigheid van de griffier mr. A.E. van Gestel.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amersfoort Bestuursrecht zaaknummer: NL21.338
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. H.A. Limonard), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. N. Hamzaoui).

Procesverloop

Bij besluit van 8 januari 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL21.337, plaatsgevonden op 21 januari 2021. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn met voorafgaand bericht van verhindering niet verschenen Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Bij uitspraak van vandaag, geregistreerd onder zaaknummer NL21.337, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 21 januari 2021 door mr. C. Karman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. mr. A.E. van Gestel, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
25 januari 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.