Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 november 2021 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, een Nigeriaanse man, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op 19 mei 2021 een ordemaatregel getroffen, die de overdracht aan Italië tijdelijk heeft stopgezet.
De rechtbank heeft het beroep op 7 oktober 2021 behandeld. Eiser heeft aangevoerd dat verweerder onzorgvuldig heeft gehandeld door het voornemen om de aanvraag buiten behandeling te stellen al bekend te maken voordat Italië op het terugnameverzoek had gereageerd. De rechtbank oordeelt echter dat verweerder niet onzorgvuldig heeft gehandeld, aangezien het voornemen een voorbereidingshandeling is en eiser de mogelijkheid had om hierop te reageren.
Daarnaast heeft eiser gesteld dat hij bijzonder kwetsbaar is vanwege medische klachten en dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet meer kan worden toegepast. De rechtbank oordeelt dat verweerder in beginsel mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en dat eiser niet heeft aangetoond dat Italië zijn internationale verplichtingen niet nakomt. De rechtbank concludeert dat de asielaanvraag van eiser terecht niet in behandeling is genomen en verklaart het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.