ECLI:NL:RBDHA:2021:12208

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 november 2021
Publicatiedatum
9 november 2021
Zaaknummer
NL21.11830
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op grond van veilig land van herkomst Marokko

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 november 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Marokkaanse nationaliteit hebbende, had op 1 juli 2021 een asielaanvraag ingediend, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 15 juli 2021 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiser behandeld, waarbij eiser stelde dat hij vreest voor strafrechtelijke vervolging bij terugkeer naar Marokko. De rechtbank overwoog dat Marokko in het algemeen als veilig land van herkomst wordt aangemerkt, maar dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij onder de uitzonderingscategorie valt van personen die te maken krijgen met strafrechtelijke vervolging. Eiser heeft geen bewijs geleverd voor zijn stellingen over de gevaren die hij zou lopen bij terugkeer, zoals de verklaring van zijn broer dat hij gezocht wordt door de autoriteiten. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris de asielaanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en eiser werd geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.11830

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. E.S. van Aken),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R.A.P.M. van der Zanden).

Procesverloop

Bij besluit van 15 juli 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, samen met de zaak NL21.11831, op 8 september 2021 op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] 2001 en de Marokkaanse nationaliteit te bezitten. Hij heeft op 1 juli 2021 een asielaanvraag ingediend.
2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de asielaanvraag van eiser op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw) afgewezen als kennelijk ongegrond. Verweerder acht eisers identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig. Verweerder heeft Marokko aangewezen als veilig land van herkomst [1] , met uitzondering van onder meer personen die te maken hebben of krijgen met strafrechtelijke vervolging. Aan hen dient verhoogde aandacht te worden besteed. Eiser heeft volgens verweerder niet aannemelijk gemaakt dat hij onder de hiervoor genoemde uitzonderingscategorie valt, zie onder meer de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 december 2017 [2] . Hierin is geoordeeld dat de omstandigheid dat er in de aanwijzing van Marokko als veilig land van herkomst om verhoogde aandacht wordt gevraagd voor personen die in Marokko te maken krijgen met strafvervolging, niet betekent dat Marokko voor die groep niet veilig is. Evenmin heeft eiser aannemelijk gemaakt dat Marokko in zijn geval niet als veilig land van herkomst kan worden beschouwd. De verklaring van eisers broer dat eiser gezocht wordt is niet voldoende. Dat eiser illegaal vertrokken is uit Marokko en als minderjarige een voorwaardelijke straf heeft opgelegd gekregen heeft hij niet onderbouwd. Verder heeft eiser verklaard problemen te hebben gehad met een drugsdealer. Daarvan heeft hij aangifte gedaan. Als eiser vindt dat zijn aangifte niet juist is behandeld, dient hij daarover te klagen bij de desbetreffende autoriteiten. Ook overigens heeft eiser op normale wijze kunnen deelnemen aan de samenleving: hij heeft scholing gehad, gewerkt en beschikte over onderdak. Eiser wordt een vertrektermijn onthouden en tevens een inreisverbod opgelegd voor de duur van twee jaar.
3. Eiser heeft aangevoerd dat Marokko voor hem niet als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. Hij vreest strafrechtelijke vervolging en een onevenredig zware bestraffing bij terugkeer omdat hij illegaal is uitgereisd, wat strafbaar is. Eisers broer en andere kennissen hebben hem gezegd niet terug te komen omdat hij door de autoriteiten wordt gezocht. Daarbij komt dat hij als minderjarige voorwaardelijk veroordeeld is voor diefstal. Daarnaast had hij problemen met zijn familie, mensen in de wijk waar hij woonde en collega’s. Een drugsdealer probeerde eiser neer te steken. Eiser heeft geen sociaal netwerk en opvang ontbreekt in zijn land van herkomst. In Nederland heeft eiser privéleven opgebouwd. Eiser is ten onrechte een vertrektermijn onthouden en een inreisverbod opgelegd.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Eiser heeft niet bestreden dat Marokko in het algemeen als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt maar hij stelt dat hij onder de uitzondering van de groep personen valt die te maken krijgen met strafrechtelijke vervolging. Het ligt op de weg van eiser om aannemelijk te maken dat in zijn individuele geval die uitzondering van toepassing is. Eiser is daar niet in geslaagd. Eiser heeft nagelaten documenten ter onderbouwing van zijn relaas, onder meer de aangifte van het steekincident, te overleggen hoewel hij tijdens het gehoor [3] verklaarde deze op te zullen vragen. De verklaring van eisers broer dat eiser gezocht zou worden door de autoriteiten vanwege zijn illegale uitreis is evenmin onderbouwd evenals zijn stelling dat hij als minderjarige voor diefstal voorwaardelijk tot zes maanden gevangenisstraf zou zijn veroordeeld. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat in zijn geval bij terugkeer in Marokko ook daadwerkelijk sprake zal zijn van strafvervolging en onevenredig zware bestraffing. De beroepsgrond dat Marokko voor eiser niet als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt faalt dan ook.
5. Eisers stelling dat hij in Marokko een sociaal netwerk ontbeert maakt niet aannemelijk dat hij zich niet zou kunnen handhaven in zijn land van herkomst. Hij is geboren en getogen in Marokko en heeft daar tot 2019 verbleven, terwijl hij daar naar eigen zeggen nog een broer heeft wonen. Ook heeft hij een opleiding gevolgd en heeft hij voorafgaand aan zijn vertrek in 2019 in Marokko enkele jaren gewerkt, waarmee hij in zijn onderhoud kon voorzien. Nu eiser pas sinds eind juni 2021 in Nederland verblijft, hoeft niet aangenomen te worden dat uitzetting naar Marokko een inbreuk op zijn privéleven inhoudt.
6. De rechtbank komt tot de conclusie dat verweerder de aanvraag van eiser terecht heeft afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierdoor heeft verweerder kunnen bepalen dat eiser Nederland onmiddellijk dient te verlaten [4] en is aan eiser op goede gronden een inreisverbod [5] voor de duur van twee jaren opgelegd.
7. Het beroep is ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.M.P. van Alphen, rechter, in aanwezigheid van mr. M.Ch. Grazell, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Kamerstukken II 2015-2016, 19637, nr. 2123 van 9 februari 2016
3.Rapport gehoor veilig land van herkomst van 12 juli 2021, pagina 10
4.artikel 62, tweede lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000
5.artikel 66a, eerste lid, aanhef en onder a, en het vierde lid, van de Vw 2000