Uitspraak
Internationale kinderontvoering / benoeming deskundige
Beschikking in het kader van het op 6 juli 2021 ingekomen verzoek van:
[Y] ,
[X] ,
Procedure
Beoordeling
Beslissing
15 februari 2022 pro forma;
Rechtbank Den Haag
Op 5 november 2021 heeft de Rechtbank Den Haag een tussenbeschikking gegeven in een zaak betreffende internationale kinderontvoering. De vader, [Y], wonende in Gambia, heeft op 6 juli 2021 een verzoek ingediend. De moeder, [X], woont in Nederland en heeft mr. Y.M. Schrevelius als advocaat. De rechtbank heeft eerder op 7 oktober 2021 bepaald dat partijen binnen twee weken moesten reageren op de benoeming van een deskundige en de vragen die aan deze deskundige gesteld moesten worden. In deze beschikking is de rechtbank verder gegaan met het bevelen van een deskundigenonderzoek naar de echtheid van de handtekening van de vader op een overeenkomst van 11 oktober 2019. De rechtbank heeft de deskundige, [naam deskundige], benoemd en heeft bepaald dat de moeder een voorschot van € 2.299,-- moet betalen voor het onderzoek. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de deskundige zijn werkzaamheden pas kan aanvangen nadat het voorschot is voldaan. De beschikking is ondertekend door de rechters en is uitgesproken op de openbare zitting van 5 november 2021.