ECLI:NL:RBDHA:2021:12123

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 november 2021
Publicatiedatum
5 november 2021
Zaaknummer
C/09/614575 / FA RK 21-4530
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake internationale kinderontvoering en benoeming deskundige schriftexpertise

Op 5 november 2021 heeft de Rechtbank Den Haag een tussenbeschikking gegeven in een zaak betreffende internationale kinderontvoering. De vader, [Y], wonende in Gambia, heeft op 6 juli 2021 een verzoek ingediend. De moeder, [X], woont in Nederland en heeft mr. Y.M. Schrevelius als advocaat. De rechtbank heeft eerder op 7 oktober 2021 bepaald dat partijen binnen twee weken moesten reageren op de benoeming van een deskundige en de vragen die aan deze deskundige gesteld moesten worden. In deze beschikking is de rechtbank verder gegaan met het bevelen van een deskundigenonderzoek naar de echtheid van de handtekening van de vader op een overeenkomst van 11 oktober 2019. De rechtbank heeft de deskundige, [naam deskundige], benoemd en heeft bepaald dat de moeder een voorschot van € 2.299,-- moet betalen voor het onderzoek. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de deskundige zijn werkzaamheden pas kan aanvangen nadat het voorschot is voldaan. De beschikking is ondertekend door de rechters en is uitgesproken op de openbare zitting van 5 november 2021.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 21-4530
Zaaknummer: C/09/614575
Datum beschikking: 5 november 2021

Internationale kinderontvoering / benoeming deskundige

Beschikking in het kader van het op 6 juli 2021 ingekomen verzoek van:

[Y] ,

de vader,
wonende te [woonplaats 1] , Gambia,
advocaat: mr. A.J. van Steensel te ‘s-Gravenhage.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[X] ,

de moeder,
wonende te [woonplaats 2] ,
advocaat: mr. Y.M. Schrevelius te Rotterdam (voorheen: mr. E.J.W.F. Deen).

Procedure

Bij beschikking van 7 oktober 2021 van deze rechtbank is -voor zover hier van belang- bepaald dat partijen binnen twee weken na dagtekening van de beschikking zich uitlaten over de naam van de deskundige en de aan hem te stellen vragen en is iedere verdere beslissing ter zake van de door de vader verzochte teruggeleiding van [minderjarige] naar Gambia en het oordeel van de rechtbank ter zake van de door de moeder opgeworpen weigeringsgrond van artikel 13 lid 1 sub a van het Verdrag, pro forma aangehouden tot 21 oktober 2021.
De rechtbank heeft vervolgens de volgende stukken ontvangen:
- een F9-formulier van 12 oktober 2021, met bijlage, van de zijde van de moeder;
- een F9-formulier van 14 oktober 2021, met bijlagen, van de zijde van de moeder;
- een F9-formulier van 18 oktober 2021, met bijlagen, van de zijde van de moeder;
- een F9-formulier van 20 oktober 2021 van de zijde van de vader.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft alles wat in de vorige beschikking is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen of beslist.
Gelet op hetgeen in de genoemde beschikking is overwogen en daar partijen hiermee hebben ingestemd, zal de rechtbank [naam deskundige] , deskundige schriftexpertise te [plaatsnaam] benoemen als deskundige. Aan hem zullen de in de beschikking van 7 oktober 2021genoemde vragen worden voorgelegd teneinde de echtheid van de handtekening van de vader op de volgens de moeder tussen partijen gesloten schriftelijke overeenkomst van
11 oktober 2019 (in kopie door de moeder overgelegd als productie 1 bij haar verweerschrift) te onderzoeken.
De deskundige heeft de rechtbank ten behoeve van zijn onderzoek verzocht om het origineel van de overeenkomst van 11 oktober 2019 en een aantal onbetwiste en op verschillende data door de vader geplaatste referentiehandtekeningen, waaronder ten minste enkele uit dezelfde periode als waarin de in het geding zijnde overeenkomst zou zijn getekend (zelfde jaar en omliggende jaren). Van het referentiemateriaal wenst de deskundige ten minste enkele originelen te ontvangen. Kopieën kunnen daarop een, mits van goede kwaliteit, een waardevolle aanvulling vormen, aldus de deskundige.
Gelet op de door de rechtbank ontvangen reacties van elk der partijen, houdt de rechtbank het ervoor dat partijen ten volle zullen meewerken aan het deskundigenonderzoek, de door de deskundige benodigde documenten aan hem zullen doen toekomen en ook aan andere verzoeken van de zijde van de deskundige zullen voldoen.
De rechtbank houdt er vervolgens rekening mee dat de deskundige zich houdt aan de leidraad voor een deskundige in civiele zaken, waardoor hij na afronding van zijn onderzoek eerst een conceptrapport aan partijen dient te sturen, waarna partijen een periode van vier weken wordt gegund om daarover opmerkingen te maken en vragen aan hem te stellen, die vervolgens dienen te worden opgenomen in het aan de rechtbank toe te sturen definitieve rapport. Gelet op het voorgaande houdt de rechtbank de behandeling in afwachting van het rapport van de deskundige als volgt aan.

Beslissing

De rechtbank:
beveelt een onderzoek door na te noemen deskundige, waarbij een oordeel gevraagd wordt over de volgende vragen:
met welke mate van waarschijnlijkheid kan geoordeeld worden dat de onder de naam [Y] geplaatste handtekening op de door de moeder bij haar verweerschrift overgelegde kopie van de overeenkomst, dan wel op het door de moeder te verstrekken origineel daarvan, wel of niet van de hand van de vader is?
waarop baseert u uw oordeel als deskundige?
hebt u verder nog opmerkingen die voor de beoordeling van het geschil van belang kunnen zijn?
benoemt als deskundige [naam deskundige] , deskundige schriftexpertise te [plaatsnaam] ,
e-mail: [e-mailadres]
bepaalt dat de deskundige partijen in de gelegenheid zal stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen. De deskundige zal hiervan, alsmede van de inhoud van die opmerkingen en verzoeken en van haar eventuele reactie daarop, in haar schriftelijk bericht doen blijken; indien een partij schriftelijke opmerkingen aan de deskundige doet toekomen, zal de deskundige daarvan terstond afschrift aan de wederpartij verstrekken; 2 223 lid 5 Rv
gelast de moeder binnen twee weken na deze beschikking aan genoemde deskundige een afschrift van alle gedingstukken zal toesturen en ook het originele exemplaar van de schriftelijke overeenkomst van 11 oktober 2019;
gelast partijen het door de deskundige verzochte referentie materiaal op de door hem aangegeven wijze en binnen de door hem te bepalen termijn dienen te verstrekken;
bepaalt dat de deskundige zijn werkzaamheden pas behoeft aan te vangen nadat de moeder een voorschot ter grootte van € 2.299,--. ter voldoening van het genoemde voorschot zal de moeder een factuur ontvangen van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR); de moeder dient het factuurbedrag binnen drie weken na ontvangst van deze factuur te voldoen;
bepaalt dat de deskundige zijn schriftelijk, gemotiveerd en ondertekend rapport, vergezeld van zijn declaratie, zal zenden naar de griffier van deze rechtbank, team Familie,
Postbus 20302, 2500 EH Den Haag;
bepaalt dat de griffier van deze rechtbank ook een afschrift van deze beschikking aan de deskundige zendt;
houdt iedere verdere beslissing - ook ten aanzien van de kosten van het deskundigenonderzoek - aan tot
15 februari 2022 pro forma;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.C. Sluymer, H.M. Boone en S. van der Harg, rechters, tevens kinderrechters, bijgestaan door V. van den Hoed-Koreneef als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 5 november 2021.
Bij afwezigheid van de voorzitter
is deze beschikking ondertekend door mr. H.M. Boone.