ECLI:NL:RBDHA:2021:12118

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 november 2021
Publicatiedatum
5 november 2021
Zaaknummer
9433984 \ EJ VERZ 21-83814
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling loon vereffenaar bij positieve nalatenschap met onduidelijke erfgenamen

In deze beschikking van de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag, uitgesproken op 8 november 2021, is het verzoek tot vaststelling van het loon van de vereffenaars van de nalatenschap van een overleden persoon behandeld. De vereffenaars, benoemd door de rechtbank op 7 maart 2018, hebben een verzoek ingediend om hun loon vast te stellen, aangezien zij niet in staat waren om dit in overleg met alle erfgenamen te doen. Dit was het gevolg van onduidelijkheid over de identiteit van alle erfgenamen, met name aan de moederlijke zijde van de stamboom, waar verder onderzoek in Australië en Indonesië noodzakelijk was.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat, hoewel de nalatenschap positief is, de vereffenaars niet in staat zijn om hun loon in overleg met de erfgenamen vast te stellen. De kantonrechter heeft hen daarom een aanwijzing gegeven om een rekening en verantwoording en een uitdelingslijst ten kantore van de boedelnotaris neer te leggen. Dit biedt de bekende erfgenamen de mogelijkheid om eventuele bezwaren tegen de hoogte van het loon aan te kaarten. De kantonrechter heeft het loon van de vereffenaars vastgesteld op € 15.633,34 exclusief kantooronkosten, verschotten en BTW, en heeft daarbij de 'Richtlijnen Vereffening nalatenschappen' en de 'Recofa-richtlijnen' als uitgangspunt genomen.

De beschikking benadrukt het belang van overleg tussen vereffenaars en erfgenamen bij de vaststelling van het loon, maar erkent ook de praktische beperkingen wanneer niet alle erfgenamen bekend zijn. De beslissing biedt een oplossing voor de vereffenaars door hen de mogelijkheid te geven hun loon via de rechtbank vast te laten stellen, wat in lijn is met de geldende wet- en regelgeving.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats 's-Gravenhage
NAV/b
Zaaknr.: 9433984 \ EJ VERZ 21-83814
Beschikking van de kantonrechter ex artikel 4:206 lid 3 BW op het verzoek van:

1.[verzoeker 1] ,

2.
[verzoeker 2] ,
in hun hoedanigheid van vereffenaars van na te melden nalatenschap,
beiden kantoorhoudende te 2582 GA 's-Gravenhage, Statenlaan 1,
hierna te noemen: verzoekers,
gemachtigde: mr. B.M.A. van Sprundel (Notariaat De Gier).

1.Procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift tot vaststelling van het loon van verzoekers als vereffenaars, op
de griffie ingekomen op 6 september 2021, met producties.

2.Feiten

2.1.
Op 16 mei 2016 is in de gemeente 's-Gravenhage overleden: [erflaatster] (hierna te noemen: erflaatster). Haar laatste woonplaats was aan de [adres] in [plaats] .
2.2.
Verzoekers zijn bij beschikking van deze rechtbank, team Handel, van 7 maart 2018 benoemd tot vereffenaars van de nalatenschap van erflaatster.

3.Beoordeling

3.1.
Een door de rechtbank benoemde vereffenaar heeft recht op het loon dat door de kantonrechter voor het opmaken van de uitdelingslijst wordt vastgesteld. Als er sprake is van een positieve nalatenschap, rust op de benoemde vereffenaar niet de verplichting van artikel 4:218 lid 1 BW om een uitdelingslijst neer te leggen. Dat volgt uit artikel 4:221 lid 2 BW. Dat betekent dat dat de erfgenamen ook geen verzet tegen de uitdelingslijst (en de vaststelling van het loon) kunnen instellen en de kantonrechter ook niet het loon voor het opmaken van de uitdelingslijst kan vaststellen. Uitgangspunt is daarom dat een benoemde vereffenaar, als er sprake is van een positieve nalatenschap, in overleg met de erfgenamen zijn loon vaststelt.
3.2.
Uit de boedelbeschrijving volgt dat de nalatenschap positief is. Door verzoekers is verklaard dat uit het omvangrijke en langdurige erfgenamenonderzoek is komen vast te staan dat in de vaderlijke linie van de stamboom (derde parentele) twee erfgenamen zijn. Zij hebben de nalatenschap van erflaatster inmiddels beneficiair aanvaard. Het onderzoek naar erfgenamen in de moederlijke linie van de stamboom is tot op heden niet sluitend af te ronden. Daarvoor moet in Australië verder onderzoek worden gedaan naar eventuele afstammelingen van een vooroverleden kleinzoon van de grootouders aan moederszijde. Ook moet in Indonesië verder onderzoek worden gedaan naar eventuele afstammelingen van een vooroverleden kleinzoon en kleindochter van de grootouders aan moederszijde. Mocht door vervolgonderzoek wel onomstotelijk vast komen te staan wie de erfgenamen aan moederszijde zijn, dan maakt het grote aantal erfgenamen en versplintering van de erfdelen aan moederszijde van de stamboom dat niet met zekerheid kan worden gesteld dat de nalatenschap kan worden afgewikkeld en verdeeld. Daarom zetten verzoekers het erfgenamenonderzoek niet voort.
3.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter volgt uit de toelichting van verzoekers dat het niet zinvol is het erfgenamenonderzoek voort te zetten. Om die reden kan niet worden vastgesteld wie alle erfgenamen van erflaatster zijn. Verzoekers zijn daarom niet in staat hun loon in overleg met alle erfgenamen vast te stellen. Zij hebben er dus belang bij dat de kantonrechter hun loon vaststelt. De kantonrechter zal daarom het loon van verzoekers als vereffenaars van de nalatenschap van erflaatster vaststellen. In die omstandigheid ziet de kantonrechter aanleiding verzoekers een aanwijzing te geven, inhoudende dat verzoekers een rekening en verantwoording en uitdelingslijst ten kantore van de boedelnotaris dienen neer te leggen en de bekende erfgenamen vervolgens van die neerlegging in kennis dienen te stellen. Op die manier wordt aan de bekende erfgenamen de gelegenheid geboden om eventuele bezwaren tegen (de hoogte van) het loon in een verzetprocedure aan de orde te stellen (ECLI:NL:GHSHE:2021:1653).
3.4.
De rechtspraak gebruikt de 'Richtlijnen Vereffening nalatenschappen' (opgesteld door de Expertgroep Erfrecht van het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel, Kanton en Toezicht (LOVCK&T) als uitgangspunt bij het vaststellen van het loon. In die richtlijnen wordt aangesloten bij de beloning van de curator in faillissementszaken, waarvoor in de rechtspraak eveneens richtlijnen zijn ontwikkeld, de zogenaamde Recofa-richtlijnen. De kantonrechter zal daarom beoordelen in hoeverre het verzoek voldoet aan de Richtlijnen Vereffening nalatenschappen en de Recofa-richtlijnen.
3.5.
Verzoekers hebben verzocht om vaststelling van hun loon. Zij hebben hun loon over de periode van 7 maart 2018 tot en met de eindafwikkeling berekend op € 15.633,34 exclusief kantooronkosten, verschotten en BTW. Verzoekers hebben een urenregistratie in het geding gebracht. Die specificatie voldoet aan artikel 6.1 van de Recofa-richtlijnen. De juiste uurtarieven zijn gehanteerd. Ook heeft verzoekster uiteengezet welke boedelfactor en welke ervaringsfactoren van toepassing zijn. Het verzoek wordt daarom toegewezen.

4.4. Beslissing

De kantonrechter:
  • geeft aan verzoekers een aanwijzing, inhoudend dat zij een rekening en verantwoording en uitdelingslijst ten kantore van de boedelnotaris dienen neer te leggen en de bekende erfgenamen vervolgens van die neerlegging in kennis dienen te stellen;
  • stelt het loon van verzoekers als vereffenaars van de nalatenschap van erflaatster vast op een bedrag van € 15.633,34 exclusief kantooronkosten, verschotten en BTW.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.D. Bellaart, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 november 2021.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep
worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag:
a. door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal)
is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat
deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.