In deze beschikking van de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag, uitgesproken op 8 november 2021, is het verzoek tot vaststelling van het loon van de vereffenaars van de nalatenschap van een overleden persoon behandeld. De vereffenaars, benoemd door de rechtbank op 7 maart 2018, hebben een verzoek ingediend om hun loon vast te stellen, aangezien zij niet in staat waren om dit in overleg met alle erfgenamen te doen. Dit was het gevolg van onduidelijkheid over de identiteit van alle erfgenamen, met name aan de moederlijke zijde van de stamboom, waar verder onderzoek in Australië en Indonesië noodzakelijk was.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat, hoewel de nalatenschap positief is, de vereffenaars niet in staat zijn om hun loon in overleg met de erfgenamen vast te stellen. De kantonrechter heeft hen daarom een aanwijzing gegeven om een rekening en verantwoording en een uitdelingslijst ten kantore van de boedelnotaris neer te leggen. Dit biedt de bekende erfgenamen de mogelijkheid om eventuele bezwaren tegen de hoogte van het loon aan te kaarten. De kantonrechter heeft het loon van de vereffenaars vastgesteld op € 15.633,34 exclusief kantooronkosten, verschotten en BTW, en heeft daarbij de 'Richtlijnen Vereffening nalatenschappen' en de 'Recofa-richtlijnen' als uitgangspunt genomen.
De beschikking benadrukt het belang van overleg tussen vereffenaars en erfgenamen bij de vaststelling van het loon, maar erkent ook de praktische beperkingen wanneer niet alle erfgenamen bekend zijn. De beslissing biedt een oplossing voor de vereffenaars door hen de mogelijkheid te geven hun loon via de rechtbank vast te laten stellen, wat in lijn is met de geldende wet- en regelgeving.