ECLI:NL:RBDHA:2021:11946
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring beroep tegen dwangbevelkosten motorrijtuigenbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de ontvanger van de Belastingdienst. De eiser had bezwaar gemaakt tegen de dwangbevelkosten die in rekening waren gebracht in verband met een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij tijdig om uitstel van betaling had verzocht. De dwangbevelkosten van € 55 werden terecht in rekening gebracht. De eiser had eerder een bezwaarschrift ingediend tegen het dwangbevel, maar de rechtbank concludeerde dat de enkele stelling van de eiser dat hij om een betalingsregeling had verzocht, onvoldoende was om zijn standpunt te onderbouwen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.