Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, die stelt de Gambiaanse nationaliteit te bezitten, heeft tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, waarbij hij tevens een verzoek om schadevergoeding indiende. De zitting vond plaats op 18 januari 2021, waar eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris de maatregel van bewaring heeft opgelegd omdat er een concreet aanknopingspunt bestaat voor een overdracht op basis van de Dublinverordening en er een significant risico is dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. Eiser heeft betoogd dat er geen redelijk vooruitzicht op overdracht aan Italië is, omdat hij na een eerdere overdracht in maart 2019 weer naar Nederland is teruggekeerd en sindsdien meer dan 18 maanden ondergedoken is. De rechtbank oordeelt echter dat het zicht op overdracht niet ontbreekt, aangezien er een claimverzoek aan de Italiaanse autoriteiten is verzonden en de termijn voor een reactie nog niet is verstreken.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 21 januari 2021, en tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.