ECLI:NL:RBDHA:2021:11638
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Einduitspraak over de Dublin-overnameprocedure van een Nigeriaanse asielzoekster naar Italië met betrekking tot interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 oktober 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij een Nigeriaanse eiseres betrokken was. De eiseres had op 27 september 2019 in Nederland een asielaanvraag ingediend, die ook betrekking had op haar minderjarige dochter. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft het beroep op 29 januari 2020 behandeld en het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen. De zaak is vervolgens heropend in afwachting van een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over de overdracht van kwetsbare vreemdelingen aan Italië.
De rechtbank heeft op 29 september 2021 de zaak opnieuw behandeld. Eiseres voerde aan dat Italië niet voldeed aan de internationale verplichtingen en dat haar gezinssituatie niet voldoende was meegewogen. De rechtbank oordeelde dat Italië in beginsel verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, omdat eiseres eerder in Italië een verzoek om internationale bescherming had ingediend. De rechtbank stelde vast dat de staatssecretaris zich terecht op het interstatelijk vertrouwensbeginsel kon baseren, en dat eiseres niet had aangetoond dat Italië haar verplichtingen niet zou nakomen.
De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om de behandeling van de asielaanvraag aan Nederland te trekken, en dat de belangen van het kind van eiseres voldoende waren meegewogen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.