Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 januari 2021 uitspraak gedaan over de maatregel van bewaring die aan eiser is opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. C. Chen, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 23 december 2020, waarin de maatregel van bewaring op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000 is opgelegd. Tijdens de zitting op 5 januari 2021 is eiser verschenen, bijgestaan door een tolk, en heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank overweegt dat er een concreet aanknopingspunt bestaat voor een overdracht van eiser op basis van de Dublinverordening en dat er een significant risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. Eiser heeft de feitelijke juistheid van de gronden voor de maatregel niet betwist, en de rechtbank concludeert dat de zware gronden voldoende zijn om de maatregel van bewaring te rechtvaardigen.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de Staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld in de uitvoering van de maatregel, ondanks de vertraging door de kerstdagen en de coronasituatie. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de Staatssecretaris niet verplicht was om een lichter middel te kiezen dan de inbewaringstelling, gezien de persoonlijke omstandigheden van eiser en zijn eerdere pogingen om Nederland te verlaten zonder de juiste documenten. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.