Uitspraak
Verkort vonnis
[verdachte] ,
De terechtzitting
De tenlasteleggingAan de verdachte is ten laste gelegd dat:
- een kluis met inhoud, ten minste bestaande uit een geldbedrag van ongeveer EUR 23.000 en een diploma;
- één of meerdere voertuigen bestaande uit een Opel Corsa ( [kenteken 1] ), een Volkswagen Golf ( [kenteken 2] ) en/of een Fiat Punto ( [kenteken 3] );
- één of meerdere telefoons bestaande uit een iPhone 8 en/of een iPhone 6, inclusief hoesje met rijbewijs en APK keuringspas;
- één of meerdere autosleutels;
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [bedrijf] en/of [benadeelde 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen terwijl de verdachte(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming, een valse sleutel;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
- dit voorwerp heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden dat dit voorwerp, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.
De bewijsmiddelen
De bewezenverklaring
- een kluis met inhoud, ten minste bestaande uit een diploma;
- een Opel Corsa ( [kenteken 1] ), een Volkswagen Golf ( [kenteken 2] ) en een Fiat Punto ( [kenteken 3] );
- een iPhone 8 en een iPhone 6, inclusief hoesje met rijbewijs en APK keuringspas;
- meerdere autosleutels;
dieaan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde
n, heeft weggenomen
met het oogmerk om
dezezich wederrechtelijk toe te eigenen terwijl de verdachten zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
hebbenverschaft en die weg te nemen goederen onder
hunbereik
hebbengebracht door middel van braak en een valse sleutel.
De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
De strafbaarheid van de verdachte
De strafoplegging
De vordering van de benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
De vorderingen tenuitvoerlegging
De toepasselijke wetsartikelen
De beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden;
4 (vier) maanden,
niet zal worden tenuitvoergelegdonder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
benadeelde partij [benadeelde 3]deels toe tot een bedrag van
€ 1.552,65en veroordeelt de verdachte hoofdelijk om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 15 oktober 2020 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [benadeelde 3] ;
benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijkis in de vordering tot schadevergoeding en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijkis in de vordering tot schadevergoeding en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
tenuitvoerleggingvan de straf, voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de rechtbank Den Haag d.d. 30 maart 2018, gewezen onder parketnummer 09/809534-17, te weten een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden;
tenuitvoerleggingvan de straf, voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in deze rechtbank d.d. 14 mei 2019, gewezen onder parketnummer 09/817041-19, te weten een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.