ECLI:NL:RBDHA:2021:11068

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 september 2021
Publicatiedatum
11 oktober 2021
Zaaknummer
SGR 20/8273
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag hoog persoonlijk kilometerbudget wegens gebrek aan chronische klachten

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 september 2021 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een hoog persoonlijk kilometerbudget (hoog pkb) door verweerder. Eiser, die lijdt aan verschillende lichamelijke en psychische klachten, waaronder Post Traumatisch Stress Syndroom (PTSS), had op 30 juli 2020 een aanvraag ingediend voor het hoog pkb, een voorziening voor personen die vanwege medische klachten niet met de trein kunnen reizen. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen, stellende dat eiser gebruik kan maken van een rolstoel of scootmobiel en dat zijn psychische klachten niet van chronische aard zijn, aangezien hij nog in behandeling is.

Eiser heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelt dat er geen reden is om het medisch oordeel van verweerder te betwisten. De rechtbank stelt vast dat eiser momenteel nog voor zijn klachten wordt behandeld en dat deze behandeling gericht is op het verminderen van zijn klachten. De rechtbank concludeert dat eiser niet voldoet aan de criteria voor het verkrijgen van een hoog pkb, omdat niet is aangetoond dat zijn klachten chronisch zijn. De rechtbank wijst erop dat de indicatiestelling voor een hoog pkb plaatsvindt volgens het Indicatieprotocol, waarin specifieke criteria zijn opgenomen waaraan een aanvrager moet voldoen.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en benadrukt dat eiser de mogelijkheid heeft om een nieuwe aanvraag in te dienen zodra zijn behandeling is afgerond en indien deze geen vermindering van zijn klachten heeft opgeleverd. De uitspraak is gedaan door mr. C.J. Waterbolk, rechter, in aanwezigheid van mr. D.W.A. van Weert, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 20/8273

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 september 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

en

medTadvies B.V., verweerder

(gemachtigde: mr. M. Lebon).

Procesverloop

In het besluit van 1 september 2020 (primair besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser om een hoog persoonlijk kilometerbudget (hoog pkb) afgewezen
In het besluit van 18 november 2020 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Vanwege de maatregelen rond het coronavirus heeft de rechtbank partijen om toestemming gevraagd om dit beroep op basis van de stukken (en dus zonder zitting) af te doen. Beide partijen hebben hiervoor toestemming gegeven. Vervolgens heeft de rechtbank partijen bericht dat het onderzoek is gesloten en dat schriftelijk uitspraak wordt gedaan.

Overwegingen

1. In zaken als deze werden de bevoegdheden voorheen door de Forensische Medische Maatschap Utrecht (FMMU) Advies B.V., handelend onder de naam Hoog PKB, uitgevoerd. Vanaf 1 januari 2021 is FMMU opgegaan in medTzorg B.V. medTzorg B.V. behoort samen met medTadvies B.V. tot de medTzorg Groep. In deze uitspraak wordt onder medTadvies B.V. mede verstaan FMMU.
2. Eiser heeft verschillende lichamelijke en psychische klachten, waaronder een Post Traumatisch Stress Syndroom (PTSS). Op 30 juli 2020 heeft hij een aanvraag ingediend voor een Hoog Persoonlijk Kilometer Budget (hoog pkb). Dit is een voorziening voor personen die vanwege medische klachten niet met de trein kunnen reizen. Zij kunnen dan maximaal 2350 kilometer met de Valys reizen. Verweerder heeft eisers aanvraag in het primaire besluit afgewezen. Eiser kan volgens verweerder een rolstoel of scootmobiel gebruiken om zijn lichamelijke klachten te ondervangen. Voor zijn psychische klachten kan eiser hulp inschakelen van een persoonlijk begeleider. Na heroverweging in bezwaar heeft verweerder dit besluit gehandhaafd.
3. Het bestreden besluit berust onder verwijzing naar het verslag van de hoorzitting van de arts op verweerders standpunt dat eiser nog voor zijn klachten wordt behandeld. Daarom kan nog niet worden gesproken van een medische beperking van chronische aard. Afronding van de behandeling is voorliggend aan een eventuele toekenning van een hoog pkb.
4. Eiser voert aan dat zijn psychische klachten als gevolg van de PTSS wel van chronische aard zijn. PTSS is chronisch wanneer de klachten langer dan drie maanden aanhouden. Eiser ervaart zijn klachten feitelijk al een jaar. Eiser durft zich niet in menigten te begeven, ook niet met een begeleider. Deze oplossing van verweerder is daarom niet haalbaar. De behandeling die eiser ondergaat is in maart 2020 gestart en kan jaren duren. Deze heeft tot doel het verminderen van de PTSS-klachten. De klachten zullen echter nooit verdwijnen. De behandelingen hebben bij eiser tot op heden geen vermindering van de klachten gebracht.
5. De indicatiestelling van een hoog pkb vindt plaats volgens het Indicatieprotocol Hoog Persoonlijk Kilometer Budget (het Protocol). Onder punt 3 van dat Protocol staan de toekenningscriteria. Een aanvrager komt, ingevolge dit Protocol, in aanmerking voor een hoog pkb als hij/zij:
1. beschikt over een Wmo-vervoersvoorziening, een Wmo-rolstoel, scootmobiel of OV-begeleiderskaart; en
2. gebruik moet maken van een rolstoel of scootmobiel waarvan gewicht, en/of maatvoering in combinatie met de aanvrager (de zogeheten "mens-machinecombinatie") zodanig is dat deze de grenzen van mogelijkheid tot hulpverlening door de NS overschrijden; en/of
3. door persoonsgebonden medische beperkingen van chronische aard vanuit strikt medische optiek niet in staat is met de trein te reizen.
In het Protocol is bepaald dat het doel van de inhoudelijke beoordeling is om vast te stellen of een aanvrager gezien zijn ergonomische belemmeringen (criterium 2) en/of chronische medische toetsbare beperkingen (criterium 3) niet met de trein kan reizen. Omgevingsgebonden factoren, zoals de bereikbaarheid en toegankelijkheid van stations en perrons, zijn in beginsel geen reden voor toekenning van een hoog pkb.
Verweerder gaat er bij de beoordeling van uit dat pashouders bij het reizen zo nodig gebruik maken van individuele begeleiding en/of de door NS en Valys ter beschikking gestelde voorzieningen, zoals invalidentoiletten in de stations en in de treinen en NS-assistentieverlening. De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het verzorgen van eventuele begeleiding tijdens de reis.
Onderdeel van de inhoudelijke beoordeling is of er sprake is van een uitzonderlijke situatie die afwijking van de criteria in het Protocol rechtvaardigt. Het feit dat vrienden en familie ver weg wonen vormt in beginsel niet een dergelijke bijzondere omstandigheid.
5.1
Volgens vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) gaan de in het Protocol neergelegde toekenningscriteria de grenzen van een redelijke beleidsbepaling niet te buiten. Dit betekent dat ook de rechtbank van die criteria dient uit te gaan. [1]
5.2
Verweerder heeft aan het bestreden besluit het advies van zijn arts ten grondslag gelegd. De arts heeft bij zijn advies de door eiser toegezonden medische gegevens en een door hem afgenomen telefonische hoorzitting betrokken.
6. Wat eiser in beroep aanvoert, geeft geen reden het medisch oordeel dat aan het bestreden besluit ten grondslag ligt voor onjuist te houden. Naar het oordeel van de rechtbank is dan ook niet gebleken dat de door eiser als gevolg van zijn PTSS ervaren medische klachten chronisch van aard zijn. Daartoe is van belang dat tussen partijen niet in geschil is dat eiser momenteel nog voor zijn klachten wordt behandeld en deze behandeling is gericht op het verminderen van eisers klachten. Daargelaten de vraag of de PTSS van eiser op zichzelf chronisch is of niet, is aldus niet uitgesloten dat eiser als gevolg van vermindering van zijn klachten in de toekomst met de trein kan reizen. Uit de door eiser in beroep overgelegde sociale rapportage blijkt dat het ook eisers wens is om uiteindelijk zelfstandig met het openbaar vervoer te kunnen reizen. Eiser voldoet dan ook niet aan het derde criterium en komt daarmee niet in aanmerking voor een hoog pkb. Dat eiser als gevolg van zijn klachten op dit moment niet met de trein kan reizen, maakt dat niet anders. In de door eiser in beroep overgelegde medische informatie ziet de rechtbank voorts geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen. Wat betreft de brief van eisers huisarts blijkt daaruit slechts dat de klachten die eiser als gevolg van zijn reuma ervaart van chronische aard zijn. Van de PTSS-klachten blijkt dit niet uit die brief. Uit de overgelegde sociale rapportage en de overige informatie in het dossier is evenmin af te leiden dat eisers PTSS-klachten van chronische aard zijn.
7.1
Eiser voert vervolgens aan dat het voorliggend beschouwen van de behandeling hem onredelijk hard treft en zorgt voor verergering van zijn situatie. Eisers vrouw heeft ook last van angstklachten. Hierdoor vindt hij thuis geen verlichting van zijn klachten. Afspraken met familieleden buiten Den Haag hebben een verzachtende uitwerking op zijn psychische gesteldheid. Het budget van 700 kilometer per jaar is echter niet toereikend.
7.2
Dit betoog van eiser slaagt niet. Het Protocol biedt ruimte voor afwijking van de criteria als sprake is van een uitzonderlijke situatie die een dergelijke afwijking rechtvaardigt. De omstandigheid dat familie van eiser ver weg woont en het huidige kilometerbudget onvoldoende is om meer dan vier bezoeken per jaar af te leggen, is niet een dergelijke uitzonderlijke situatie. Ook op andere wijze is niet gebleken dat een afwijzing tot een onbillijke situatie zal leiden.
8. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder eisers aanvraag om een hoog pkb terecht heeft afgewezen. Zoals verweerder reeds in zijn verweerschrift heeft opgemerkt, staat het eiser vrij een nieuwe aanvraag om een hoog pkb in te dienen indien de behandeling is afgerond en deze geen vermindering van de klachten tot gevolg heeft gehad.
9. Het beroep is ongegrond.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.J. Waterbolk, rechter, in aanwezigheid van mr. D.W.A van Weert, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 24 september 2021.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de CRvB van 23 december 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:4770.