ECLI:NL:RBDHA:2021:11010
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het verzoek tot instemming met een aangeboden schuldregeling in het kader van de wettelijke schuldsaneringsregeling
Op 7 juni 2021 hebben verzoekers een verzoek ingediend tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling, vergezeld van een verzoek om instemming met een aangeboden schuldregeling op basis van artikel 287a van de Faillissementswet. Tijdens de zitting op 30 september 2021 zijn verzoekers gehoord, samen met hun schuldhulpverlener en een vertegenwoordiger van de Belastingdienst. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekers een totale schuld van € 372.721,96 hebben aan 15 schuldeisers, waarvan de Belastingdienst twee vorderingen heeft ter hoogte van € 330.283,46 en € 5.425,-. De aangeboden schuldregeling is door de Belastingdienst geweigerd, terwijl andere schuldeisers ermee instemden. De rechtbank oordeelt dat de weigering van de Belastingdienst niet onredelijk is, gezien het tijdsverloop en de onduidelijkheid over de fixatiedatum van de regeling. De rechtbank concludeert dat de huidige aangeboden schuldregeling niet betrouwbaar is en wijst het verzoek tot instemming met de schuldregeling af. De rechtbank heeft ook aangegeven dat zij geen vertrouwen heeft in een nieuw minnelijk traject door de gemeente Delft, wat van invloed zal zijn op de beoordeling van het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling.