Uitspraak
Rechtbank den haag
3 GGd Drenthe te Assen,
GGD Flevolandte Lelystad,
GGD Gelderland-Zuidte Nijmegen,
GGD Gooi & Vechtstreekte Bussum,
Gemeenschappelijke regeling Publieke Gezondheid & Zorg (GGD Groningen)te Groningen,
Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst en Veilig Thuis Haaglanden (GGD Haaglanden)te Den Haag,
GGD Hart voor Brabantte Den Bosch,
Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (GGD Hollands – Midden, vestiging Leiden)te Leiden,
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Hollands Noordente Alkmaar,
GGD IJssellandte Zwolle,
Veiligheidsregio Kennemerlandte Haarlem,
Veiligheidsregio Limburg-Noord (GGD Limburg-Noord)te Venlo,
GGD Noord- en Oost-Gelderlandte Warnsveld,
Openbaar Lichaam Gezondheid (GGD Twente)te Enschede,
GGD regio Utrechtte Zeist,
Gemeente Rotterdam (GGD Rotterdam-Rijnmond)te Rotterdam,
GGD West-Brabantte Breda,
GGD Zaanstreek-Waterlandte Zaandam,
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeelandte Goes,
Geneeskundige Gezondheidsdienst Zuid-Limburgte Heerlen,
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM)te Arnhem,
Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuidte Dordrecht,
de Veiligheidsregio Fryslânte Leeuwarden,
1.De procedure
2.De feiten
het opstellen en verspreiden van een passende introductie van relevante contactpersonen en een instructiebrief voor de Afnamelocaties;
de inkoop van alle Benodigde materialen en Verbruiksartikelen;
het leveren van Benodigde materialen aan de Afnamelocaties;
het innemen en het vervoer van Monsters van Afnamelocaties naar het Laboratorium;
het uitvoeren van Diagnostische testen;
het registreren van een ‘process trail’ van de Monsters vanaf de overdracht bij de Afnamelocaties tot aan Registratie uitslag in CoronIT;
het Registreren van de uitslag van de Diagnostische tests in CoronIT;
collegiaal consult met deskundigen;
het meewerken aan uitbraak- en (wetenschappelijk) onderzoek in opdracht van de Opdrachtgever;
passende en traceerbare opslag van geteste Monsters;
het passend en traceerbaar vernietigen van geteste Monsters;
toegewijde, passende en voor zover relevant proactieve ondersteuning voor de Diensten.
Regionale Percelen (Perceel 1 t/m 23):
Dit betreft 23 Regionale Percelen die geografisch overeenkomen met de 23 GGD-regio’s zoals genoemd in Tabel 1. De scope van deze percelen beperkt zich daarmee tot het leveren van dienstverlening binnen een specifieke GGD-regio en betreft de testcapaciteit die door Dienst Testen op basis van de verdeling tussen Regionale Percelen en het Landelijk Perceel wordt toegewezen. Per Regionaal Perceel wordt maximaal het aantal Opdrachtnemers gecontracteerd zoals weergegeven in Tabel 1.
Landelijk Perceel (perceel 24):
Dit betreft 1 Landelijk Perceel. De scope van dit Perceel betreft het leveren van dienstverlening op landelijke schaal (geheel Nederland) en betreft de testcapaciteit die door Dienst Testen op basis van de verdeling tussen Regionale Percelen en het Landelijk Perceel wordt toegewezen. Voor dit Perceel worden maximaal twee (2) Opdrachtnemers gecontracteerd.
Afnamelocaties met prioritaire teststromen worden toegewezen aan Opdrachtnemers binnen Regionale Percelen.
Afnamelocaties zonder prioritaire teststromen kunnen toegewezen worden aan Opdrachtnemers binnen het Landelijk Perceel.
Afnamelocaties worden toegewezen aan één Opdrachtnemer tegelijk, dit geldt zowel voor Afnamelocaties binnen de Regionale Percelen als binnen het Landelijk Perceel. Dit om te voorkomen dat er verschillende voorraden, logistieke stromen en contactpersonen in één Afnamelocatie zijn, omdat dit leidt tot meer operationele complexiteit en een hogere foutgevoeligheid.
Wanneer de benodigde testvraag de testcapaciteit van Opdrachtnemers binnen de Regionale Percelen overstijgt, zal dit opgevangen worden door Opdrachtnemers binnen het Landelijk Perceel. Ook hier zal dan gekeken worden om één Afnamelocatie in zijn geheel toe te wijzen aan een Opdrachtnemer binnen het Landelijk Perceel, om operationele complexiteit te beperken.
Inschrijvers schrijft zich in op zowel een Regionaal Perceel als op het Landelijk Perceel;
Inschrijvers schrijft zich in op 1 Regionaal Perceel;
Inschrijvers schrijft zich in op 2 Regionale Percelen;
Inschrijvers schrijft zich in op alleen het Landelijk Perceel.
4.Gunningscriterium
Doel:Het doel van dit Subgunningscriterium is dat Aanbesteder de Doorlooptijd van NAAT-testen zoveel mogelijk wenst te verkorten. NAAT-testen hebben ten opzichte van andere type testen een hogere Sensitiviteit en zij hebben daarom de voorkeur. Een hoge Sensitiviteit in combinatie met een kortere Doorlooptijd van NAAT-testen betekent dat NAAT-testen een hogere toegevoegde waarde in de Testketen kunnen leveren.
Criterium:Inschrijver zegt toe dat de gemiddelde Doorlooptijd per test (van non-Prioritaire teststromen), gemeten per week, gelijk aan of minder dan 12 uur bedraagt, zoals bepaald o.b.v. data in CoronIT vanaf Afname tot Registratie uitslag. Indien Inschrijver deze toezegging tijdens de uitvoering van de Opdracht niet waarmaakt, kan de Overeenkomst ontbonden/beëindigd worden.
Puntentoekenning: Indien Inschrijver bij ‘Bewijs’ aangeeft de toezegging tot een gemiddelde Doorlooptijd per test, als omschreven onder ‘Criterium’ hierboven, te kunnen doen, dan wordt Inschrijver het maximaal aantal punten (150) toegekend. Indien Inschrijver hierboven aangeeft deze toezegging niet te kunnen doen, dan ontvangt Inschrijver geen (0) punten.
Doel:Het doel van dit Subgunningscriterium is dat Aanbesteder in verband met duurzaamheid de Rijafstand tussen het Laboratorium van Inschrijver en het Afnamelocatie zo veel mogelijk wenst te minimaliseren.
Criterium:Inschrijver minimaliseert de Rijafstand tussen het Laboratorium van Inschrijver en de ‘grootste’ Afnamelocatie binnen een specifiek Regionaal Perceel (zie Bijlage E).
Puntentoekenning:
Indien de Rijafstand 10 kilometer of minder bedraagt, worden er 150 punten toegekend.
Indien de Rijafstand meer dan 50 kilometer bedraagt, worden er 0 punten toegekend.
Voor Rijafstanden meer dan 10 kilometer en minder dan 50 kilometer worden lineair punten toegekend.
Doel:Het doel van dit Subgunningscriterium is het verkrijgen van een zo goed mogelijke afstemming binnen het Regionale Zorgnetwerk doordat de in de uitvoering van de Opdracht ingezette arts-microbioloog goed Nederlands spreekt. Dit leidt tot hogere kwaliteit van de dienstverlening.
Criterium: Minimaal één van de door Inschrijver binnen de Opdracht ingezette arts-microbiologen spreekt Nederlands op minimaal C1 niveau volgens CEFR (Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor de Talen).
Puntentoekenning: Indien door Inschrijver ingezette arts-microbioloog Nederlands als moedertaal heeft, dan wel Nederlands op minimaal C1 niveau spreekt volgens CEFR en het hierboven genoemde bewijs kan overleggen, dan wordt aan Inschrijver het maximaal aantal punten (50) toegekend. Indien door Inschrijver ingezette arts-microbioloog Nederlands niet als moedertaal heeft en het hierboven genoemde bewijs dat hij/zij Nederlands op minimaal C1 niveau spreekt volgens CEFR niet kan overleggen, dan ontvangt Inschrijver geen (0) punten.
6.Hoe verloopt de aanbestedingsprocedure?
(…)
7.Hoe schrijft u in?
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
specifieke aspecten van de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit in specifieke sectoren of voor specifieke beroepenbij strijdigheid in geval van die specifieke sectoren of beroepen voorrang hebben. De voorzieningenrechter is met Novogenia van oordeel dat de Aanbestedingsrichtlijn een algemene richtlijn is, waar deze bepalingen niet op zien. Ook de verwijzing naar overweging 57 van de Dienstenrichtlijn baat de Staat in dit verband niet. Die overweging gaat over de bepalingen in de Dienstenrichtlijn die betrekking hebben op vergunningsstelsels, hetgeen hier niet aan de orde is. Novogenia is er echter ook niet in geslaagd met een doorslaggevende onderbouwing te komen van haar stellingen over toepasselijkheid van de Dienstenrichtlijn in onderhavige situatie en de jurisprudentie van het HvJEU biedt op dit punt ook (nog) geen uitsluitsel. Echter, ook toetsing van de opzet van de aanbesteding aan de Dienstenrichtlijn – de toets die Novogenia primair wil en die, dat is tussen partijen niet in geschil, de meest stringente is – kan evenmin, zoals uit het navolgende zal blijken, leiden tot de conclusie dat de opzet van de aanbesteding de toets der kritiek niet kan doorstaan en leidt daarom niet tot toewijzing van het gevorderde. De voorzieningenrechter gaat er hierbij van uit dat het begrip ‘eisen’ zoals bedoeld wordt in de Dienstenrichtlijn ruim moet worden opgevat en dat hieronder zowel in de aanbestedingsprocedure geformuleerde eisen als gunningscriteria moeten worden begrepen. Gelet op het resultaat van toetsing aan de meest stringente norm van de Dienstenrichtlijn zal de voorzieningenrechter in het midden laten of de opzet van de aanbesteding ook daadwerkelijk moet beantwoorden aan de vereisten van de Dienstenrichtlijn.
“indachtig artikel 1.5 lid 3 Aanbestedingswet 2012 (…) passend en daarmee te billijken (…)”. De voorzieningenrechter neemt dat tot uitgangspunt.
Wees voorzichtig met het afbouwen van overcapaciteit door het aantal labs te verminderen. Opschalen binnen een bestaande structuur gaat makkelijker dan opnieuw toevoegen van gestopte labs.