In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 augustus 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Sioen NV, een Belgische onderneming, en de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Defensie. Sioen had deelgenomen aan een Europese niet-openbare aanbesteding voor de levering van kogel- en steekwerende veiligheidsvesten. Tijdens de selectiefase werd Sioen uitgesloten van verdere deelname omdat zij geen Eigen Verklaring had ingediend van haar Finse dochteronderneming, Sioen Ballistics OY. Sioen betwistte deze uitsluiting en vorderde dat de Staat de beslissing zou intrekken en haar de kans zou geven om de vermeende gebreken te herstellen.
De voorzieningenrechter heeft de argumenten van Sioen beoordeeld en geconcludeerd dat het ontbreken van de Eigen Verklaring van OY een wezenlijk gebrek is in het verzoek tot deelname. De rechter oordeelde dat de Eigen Verklaring essentieel is voor de beoordeling van de geschiktheid van de inschrijver en dat het ontbreken ervan niet als een eenvoudig herstelbare tekortkoming kan worden beschouwd. De voorzieningenrechter wees erop dat de aanbestedingsstukken geen ruimte boden voor de mogelijkheid om als concern in te schrijven zonder de Eigen Verklaring van de dochteronderneming.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vorderingen van Sioen afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van de eisen in aanbestedingsprocedures en de noodzaak voor inschrijvers om zorg te dragen voor de volledigheid van hun inschrijving, inclusief de benodigde verklaringen van dochterondernemingen.