Gedaagde verweert zich tegen de vorderingen en voert daartoe – zakelijk weergegeven - het volgende aan.
Gedaagde is bij beschikking van 30 maart 2017 onder bewind gesteld, met benoeming van [bewindvoerder] tot bewindvoerder.
De betalingsachterstand wordt niet bestreden. De gevorderde ontbinding en ontruiming van het gehuurde zijn echter disproportioneel en onredelijk. Er is onvoldoende rekening gehouden met de onvoorziene omstandigheden en de bijzondere persoonlijke omstandigheden van gedaagde.
De betalingsachterstand is ontstaan tijdens de coronacrisis. Eiseres heeft geen serieuze pogingen ondernomen om samen naar een oplossing te zoeken. Gedaagde heeft alles uit de kast gehaald om met betalingen op 1 april 2020 als 20 april 2020 de eerste betalingsachterstand volledig op te heffen.
Eiseres heeft geen rekening gehouden met de eventuele onwelwillendheid van de bewindvoerder. De bewindvoerder heeft zich niet ingespannen bij het aanvragen van een bijstandsuitkering voor gedaagde, althans tot het verlenen van de hiervoor benodigde medewerking. Nu de bewindvoerder terzake passief en weigerachtig heeft gehandeld, is de bewindvoerder tekort geschoten in de zorg van een goed bewindvoerder. Hierdoor zijn de financiële problemen voor gedaagde toegenomen. De bewindvoerder is derhalve aansprakelijk jegens gedaagde.
Ontruiming is disproportioneel, omdat gedaagde de huurkosten had kunnen betalen als de bewindvoerder niet zou zijn tekortgeschoten. Verder is het disproportioneel omdat de huur betaald kan worden van de huurtoeslag die gedaagde ontvangt.
Gedaagde zal de bewindvoerder aansprakelijk stellen voor de schade en na voldoening van de schade en herstel van de bijstandsuitkering alsnog de achterstallige huur betalen.
De bijstandsuitkering is inmiddels hersteld per 8 april 2021. Vanwege het niet hebben ontvangen van de uitkering heeft gedaagde zowel een huurachterstand als een achterstand bij de energieleverancier Cannock ad € 1.044,02. De aangeboden betalingsregeling aan Cannock is € 55,-- per maand. Op 28 april 2021 is aan eiseres een betalingsregeling aangeboden van € 160,-- per maand om de huurachterstand in te lopen. Daarnaast wordt de lopende huur betaald. Eiseres heeft dit aanbod niet aanvaard, ondanks dat zij als woningcorporatie ook een maatschappelijke zorgplicht heeft.
Ten slotte verzoekt gedaagde om bij onverhoopte toewijzing van het gevorderde, het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Gedaagde heeft een zwaarwegend belang om de uitkomst van een hoger beroep-procedure te mogen en kunnen afwachten.