ECLI:NL:RBDHA:2021:10155
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en terugkeerbesluit voor niet-begeleide minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 augustus 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een niet-begeleide minderjarige eiser van Guinese nationaliteit. Eiser had op 9 november 2020 een asielaanvraag ingediend, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 29 juli 2021 werd afgewezen. De staatssecretaris had ook een terugkeerbesluit opgelegd, maar dit zou nog niet van kracht zijn. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting op 23 augustus 2021 was eiser aanwezig, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris en een tolk. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten en zich gebogen over de vraag of de afwijzing van de asielaanvraag en het terugkeerbesluit los van elkaar kunnen worden gezien.
De rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is. Volgens de rechtbank moet er, voordat een terugkeerbesluit wordt opgelegd aan een niet-begeleide minderjarige, onderzocht worden of er adequate opvang beschikbaar is in het land van herkomst. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris dit onderzoek niet heeft uitgevoerd, waardoor het bestreden besluit onzorgvuldig is voorbereid. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitspraak van de rechtbank. Tevens veroordeelt de rechtbank de staatssecretaris in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 1.496,--.