Regeling dienstwoningen BZ
Artikel 7 Onderhoudsplicht bewoner
1. De onderhoudsplicht van de bewoner is gelijk aan die welke in Nederland voor de huurder of gebruiker geldt, ongeacht de bepalingen van de huurovereenkomst.
2. De bewoner draagt gedurende de bewoning zorg voor kleine en dagelijkse reparaties en ingrepen tot behoud van de dienstwoning en ter voorkoming van vervolgschade, onder meer omvattend:
a. het witten, sauzen, behangen en schilderen binnen de dienstwoning;
b. het reinigen van vaste vloerbedekking en het onderhouden van houten, plavuizen of marmeren vloeren, waaronder begrepen het boenen en in de was zetten;
c. het schoonhouden van ramen en het vervangen van gebroken ruiten;
d. het onderhouden, repareren en zo nodig vervangen van schakelaars, contactdozen, deurbellen en dergelijke alsmede hang- en sluitwerk, voor zover niet behorend tot de speciaal getroffen veiligheidsvoorzieningen als bedoeld in artikel 9;
e. het schoonhouden en ontstoppen van closetten, wastafels, gootstenen, douches, putten, waaronder begrepen septische tanks, (dak)goten, ventilatiekanalen, geisers, boilers en dergelijke;
f. het onderhoud van waterkranen en het treffen van voorzieningen aan de water- en verwarmingsleidingen ter voorkoming van bevriezing;
g. het onderhoud van de bij de dienstwoning behorende tuin, met inbegrip van het snoeien van bomen, met inachtneming van artikel 8;
h. het schoonhouden van een eventueel bij de dienstwoning behorend zwembad, met inbegrip van de uitvoering van kleine reparaties aan de filterinstallatie en de toevoeging van noodzakelijke chemicaliën;
i. het onderhoud van een eventueel bij de dienstwoning behorende tennisbaan, met inbegrip van het wekelijks rollen van een gravelbaan en de noodzakelijke vervanging van versleten netten en baanmarkeringen;
j. het eenmaal per jaar vegen van de schoorsteen;
k. het sneeuw- en ijsvrij maken van stoep, erf, daken en (dak)goten;
1. het in onderling overleg met derden schoonhouden van voor gemeenschappelijk gebruik met die anderen bestemde trappen, portalen, liften, fietsen- of andere stallingen en dergelijke. De uit de onderhoudsplicht voortvloeiende kosten zijn voor rekening van betrokkene.
3. Voor zover gevallen van behoud en onderhoud niet zijn aangeduid in deze regeling beslist het hoofd van de post.
Artikel 10 Kosten van dienstverlening
2. Voor rekening van de bewoner komen, ongeacht de bepalingen van de
a. de exploitatie- en abonnementskosten van een kabel-televisie, een centraal antennesysteem en een telefoon;
b. de kosten van het ophalen en verwerken van huisvuil, rioleringsrechten en milieuheffingen.
3. Voor zover gevallen van dienstverlening niet zijn aangeduid in deze regeling beslist het hoofd van de post.