Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het tussenvonnis van de rechtbank Rotterdam van 12 februari 2020 – waarbij de zaak naar deze rechtbank is verwezen – en de daarin genoemde stukken;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte vermeerdering van eis aan de zijde van [Advocatenkantoor] , met producties 17 t/m 27;
- het tussenvonnis van 14 oktober 2020, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 11 maart 2021.
2.De feiten
Inzake het hoger beroep dat ik moet voeren […] wens ik u en uw kantoor in te huren voor het voeren van de procedure;
Uw inhuurtarief is EUR 275,- ex btw op basis van nacalculatie te factureren op maandelijkse basis onder begeleiding van een specificatie;
Waar nodig en wenselijk geacht zullen junior advocaten van uw kantoor tegen EUR 125,- de lichtere werkzaamheden uitvoeren teneinde zo kosten efficiënt te werken;
[…]
Binnen ongeveer drie weken zullen we samen weer over de zaak spreken nadat u het dossier doorgenomen heeft;
Uw kantoorgenoot (ik ben haar naam vergeten) gaat ons na haar vakantie helpen bij het uitzoeken van de gevolgen voor onze gezamenlijke woning […];
Het verschil van 42 uur tussen de declaraties en de tijd dat er daadwerkelijk aan de Memorie van grieven gewerkt is.
De 11 uur die aan “ontwerp processtukken” is besteed voor 23 november. Welke stukken waren dat?
De 185 gedeclareerde uren die exact afgerond zijn.
TOEGEVOEGD:Declaratie met nummer [nummer 9] van 02/02/2017 welke uitgebracht is n.a.v. een gesprek met dhr. [advocaat 1] over de overschrijding van de geprognotiseerde 100 – 200 uur die voor de gehele zaak nodig zou zijn geweest.”
Er staat op dit moment een bedrag open van € 54.119,70; voor een specificatie verwijs ik u naar de bijlage. Met u zijn ter zake betalingsafspraken gemaakt, die erop gericht waren/zijn dat de openstaande posten aan het einde van 2017 betaald zouden zijn. Ik verwijs u in dit verband ook naar het besprekingsverslag van 26 juli 2017. Uw laatste betaling dateert van 12 oktober 2017. […]
Gelet op de lopende discussie betreffende de betaling van de declaraties met het kantoor ben ik niet in de gelegenheid hierin iets te doen. Ik neem dan ook aan dat jij zelf met mr. [advocaat 3] contact opneemt.”
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling in conventie
5.De beoordeling in reconventie
mogelijkheidtot het instellen van vordering tegen [partij 1] en [partij 2] herhaaldelijk aan de orde is geweest. Dat daartoe daadwerkelijk opdracht is gegeven door [gedaagde] , althans dat een dergelijke opdracht door [Advocatenkantoor] is aanvaard, kan op grond van deze correspondentie echter niet worden aangenomen. Van een tekortkoming in de nakoming van deze opdracht kan reeds daarom geen sprake zijn. Dat een beroepsfout is gemaakt doordat er geen vorderingen zijn ingesteld (en een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot dat wel had gedaan of zijn cliënt dat had geadviseerd) is door [gedaagde] niet, althans onvoldoende (onderbouwd) gesteld. Daar komt bij dat [gedaagde] evenmin voldoende heeft onderbouwd dat hij schade heeft geleden (laat staan € 40.000,--) als gevolg van een eventuele beroepsfout.