ECLI:NL:RBDHA:2021:10039
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van eiser van Somalische nationaliteit en overdracht aan Frankrijk onder de Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 september 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, van Somalische nationaliteit, had op 16 mei 2021 een asielaanvraag ingediend in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 26 augustus 2021 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn bezwaren tegen de overdracht aan Frankrijk toegelicht. Eiser stelde dat hij vanwege zijn medische situatie niet naar Frankrijk kon worden overgedragen en dat er in Frankrijk geen adequate opvang en asielprocedure zou zijn. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd om zijn stellingen te onderbouwen. Er waren geen recente documenten overgelegd die aantoonden dat de asielprocedure in Frankrijk tekortkomingen vertoonde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Frankrijk in beginsel verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag en dat de Franse autoriteiten hebben ingestemd met de terugname van eiser. De rechtbank oordeelde dat het aan eiser was om aannemelijk te maken dat er redenen waren om van het interstatelijk vertrouwensbeginsel af te wijken, wat hij niet heeft gedaan. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.