ECLI:NL:RBDHA:2020:9938

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 september 2020
Publicatiedatum
6 oktober 2020
Zaaknummer
NL20.14887
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na niet-ontvankelijk verklaring aanvraag verblijfsvergunning

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J. Bravo Mougán, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. J.H.M. Post, bij besluit van 27 juli 2020 niet-ontvankelijk verklaard. Hiertegen heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 26 augustus 2020, waarbij verzoekster aanwezig was met haar gemachtigde en een tolk. De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat er op dezelfde dag ook uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL20.14886) die samenhangt met het verzoek van verzoekster. Aangezien er in die zaak al een uitspraak was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier mr. E. de Jong. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.14887
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster V-nummer: [V-nummeraanduiding]

(gemachtigde: mr. J. Bravo Mougán), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.H.M. Post).

Procesverloop

Bij besluit van 27 juli 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.14886, plaatsgevonden op 26 augustus 2020. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen de heer B. van Brunschot. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.14886, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. de Jong, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken. Deze uitspraak is bekend gemaakt op 10 september 2020.

Documentcode: DSR12675853

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.