Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 september 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
5 maart 2019 eiseres een uitkering ingevolge de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (Wet WIA) geweigerd.
Overwegingen
5 maart 2019 voor 25,24% arbeidsongeschikt is te achten, zodat de mate van arbeidsongeschiktheid niet verandert. De beslissing om een WIA-uitkering te weigeren is bij het bestreden besluit niet gewijzigd. Verweerder heeft hieraan de rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) en de arbeidsdeskundige b&b ten grondslag gelegd.
23 september 2019 een rapport uitgebracht. Hierin komt de verzekeringsarts b&b tot de conclusie dat de primaire verzekeringsarts de belastbaarheid van eiseres correct heeft weergegeven in de FML en dat rekening is gehouden met de beperkingen van eiseres, zoals deze konden worden geobjectiveerd. Daarbij merkt de verzekeringsarts b&b op dat er inconsistenties zijn met betrekking tot de geclaimde lichamelijke en psychische klachten. Het chronisch pijnsyndroom rond de rechterheup kon zowel door de neuroloog als de orthopeed niet worden geobjectiveerd en de MRI liet ook geen afwijkingen zien. Daarnaast heeft de medische expertise (die op verzoek van eiseres is verricht) de verzekeringsarts b&b geen aanleiding gegeven zijn standpunt over de psychische beperkingen te wijzigen. Ook heeft de verzekeringsarts b&b geen aanleiding gezien om de voorgestelde urenbeperking (uit het expertise rapport) van 12 uur te volgen. Volgens de verzekeringsarts b&b is een urenbeperking van 30 uur passend gelet op het dagverhaal van eiseres, de bereikte verbeteringen, de afbouw van medicatie en het ontbreken van een energetische ziekte.
25 september 2019 een rapport opgemaakt. De arbeidsdeskundige b&b komt tot de conclusie dat eiseres ongeschikt is voor één van de geduide reservefuncties, omdat zij niet voldoet aan de daarvoor vereiste opleidingsrichting. Alle overige primair geduide functies blijven als passend gehandhaafd. Uitgaande van de juistheid van de FML is de arbeidsdeskundige b&b terecht tot deze conclusie gekomen en naar het oordeel van de rechtbank is er geen aanleiding te twijfelen aan de geschiktheid van eiseres voor de geduide functies.
Beslissing
mr. L. Lemmen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 september 2020.