ECLI:NL:CRVB:2009:BK6471
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- A.C.A. Wit
- Rechtspraak.nl
Weigering van uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA)
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om haar een uitkering te verstrekken op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De Centrale Raad van Beroep heeft op 11 december 2009 uitspraak gedaan. Appellante had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uwv van 29 januari 2007, waarin was vastgesteld dat zij per 8 januari 2007 geen recht had op een uitkering. De rechtbank had het bezwaar van appellante ongegrond verklaard, en appellante was het daar niet mee eens.
De Raad heeft in zijn overwegingen de deskundigheid van de door de rechtbank ingeschakelde psychiater E.F. van Ittersum gevolgd. Van Ittersum had in zijn rapport van 3 juni 2008 geconcludeerd dat appellante geschikt was voor haar eigen werk en de geduide functies. Appellante had echter verzocht om een deskundige op het gebied van fibromyalgie in te schakelen, omdat zij van mening was dat haar beperkingen niet goed waren ingeschat. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat het onderzoek van Van Ittersum niet zorgvuldig was uitgevoerd en dat de rechtbank terecht geen fibromyalgie deskundige had benoemd.
De Raad concludeerde dat de bedrijfsarts niet had aangegeven op welke basis zij haar conclusies had getrokken en dat het niet de taak van een bedrijfsarts was om een Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) in te vullen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek van appellante om een deskundige te benoemen af. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank, en het hoger beroep van appellante werd verworpen.