In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 1 juli 2020, wordt het beroep van eiser behandeld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar verweerder heeft niet tijdig beslist op deze aanvraag. Eiser heeft verweerder op 27 augustus 2019 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank vaststelt dat de beslistermijn is overschreden. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat partijen het erover eens zijn dat verweerder te laat heeft beslist. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Tevens wordt verweerder verplicht om een dwangsom van € 100,- per dag te betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Dit maximum is verlaagd om de termijn voor het verbeuren van de dwangsom te verkorten. Eiser krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 262,50, omdat hij een professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, rechter, in aanwezigheid van M. Bos, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat mogelijk is.