ECLI:NL:RBDHA:2020:9335
Rechtbank Den Haag
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak in asielzaak met betrekking tot humanitaire omstandigheden en bestuurlijke lus
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 17 september 2020, wordt een zaak behandeld waarin een Guinese eiser een opvolgende asielaanvraag heeft ingediend. De eiser, geboren in 1999 en lid van de Pular-bevolkingsgroep, heeft eerder asiel aangevraagd in Nederland, maar deze aanvraag is afgewezen. Na een periode van uitstel van vertrek heeft hij op 23 oktober 2019 een nieuwe aanvraag ingediend, waarbij hij zich beroept op persoonlijke humanitaire omstandigheden. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag echter niet-ontvankelijk verklaard, omdat er volgens hem geen relevante nieuwe elementen waren.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris ten onrechte heeft nagelaten om de humanitaire omstandigheden van de eiser te toetsen. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waaruit blijkt dat ook bij opvolgende asielaanvragen de mogelijkheid bestaat om humanitaire gronden te overwegen. De rechtbank besluit om de staatssecretaris de gelegenheid te geven om het motiveringsgebrek in het bestreden besluit te herstellen. De rechtbank stelt een termijn van zes weken voor het herstel en bepaalt dat de staatssecretaris binnen twee weken moet meedelen of hij gebruik maakt van deze gelegenheid.
Tevens wordt er een voorlopige voorziening getroffen, waarbij aan het bestreden besluit schorsende werking wordt verleend totdat er een beslissing is genomen op een verzoek om voorlopige voorziening in een aanhangige zaak. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.