Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[opposant 1] ,
Procesverloop
Overwegingen
Voorts voeren opposanten tegen de uitspraak van de rechtbank aan dat opposanten vrezen in Duitsland geen eerlijk proces te krijgen als bedoeld in artikel 6 EVRM, omdat zij voor het verkrijgen van kosteloze rechtsbijstand afhankelijk zijn van de Duitse autoriteiten.
Verder voeren opposanten aan dat wanneer zij worden overgedragen aan de Duitse autoriteiten, indirect refoulement dreigt, omdat zij door Duitsland kunnen worden overgedragen aan de Myanmarese autoriteiten waar opposanten zullen worden onderworpen aan een behandeling in strijd met artikel 3 EVRM.
In het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening hebben opposanten een beroep gedaan op het Country Report Germany van Asylum Information Database (AIDA), Update 2018 waarin staat vermeld dat in Duitsland 313 aanvallen op asielzoekerscentra plaatsvonden in 2017 (pagina 81). In dit rapport is ook beschreven dat er in 2017 1906 geregistreerde gevallen waren van aanvallen op individuele asielzoekers of vluchtelingen waarbij de meeste aanvallen radicaal gemotiveerd waren. Verder blijkt uit dit rapport dat er een tekort aan opvangplaatsen is in Duitsland (pagina78). Ook wijzen opposanten op het AIDA-rapport, Update 2017, Country Report Germany, waaruit blijkt dat de faciliteiten in de opvangcentra in Duitsland niet voldoen aan de basisbehoeften (pagina 70). Voorts voeren opposanten aan dat zij niet naar Duitsland terug willen omdat de behandeling van asielzoekers daar slecht is en er slechte medische voorzieningen zijn. Ten slotte voeren opposanten aan dat ten gevolge van de coronapandemie het onwenselijk is dat opposanten aan Duitsland worden overgedragen, omdat er in de opvangcentra sprake is van overbevolking waardoor de kans op besmetting met het coronavirus aanmerkelijk hoger is dan in de Nederlandse asielzoekerscentra.