ECLI:NL:RBDHA:2020:9044

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 september 2020
Publicatiedatum
17 september 2020
Zaaknummer
NL20.15555
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid België

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, kreeg te horen dat zijn aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat België verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn asielverzoek. Dit besluit was genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 14 augustus 2020. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 1 september 2020 via een geluid- en videoverbinding, waarbij de verzoeker werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. F.S. Boedhoe, en de verweerder door mr. A.M.H. van de Wal. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak behandeld, namelijk NL20.15554. De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak werd gedaan door mr. B. Fijnheer, in aanwezigheid van griffier mr. T.R. Oosterhoff - Vos. Vanwege de coronamaatregelen kon de uitspraak niet op een openbare zitting worden gedaan, maar zal, indien nodig, alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amersfoort Bestuursrecht zaaknummer: NL20.15555
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. F.S. Boedhoe), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A.M.H. van de Wal).

Procesverloop

Bij besluit van 14 augustus 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat België verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft op 1 september 2020 via een geluid- en videoverbinding (skype) plaatsgevonden. Op deze zitting is ook de zaak NL20.15554 behandeld. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.15554, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. T.R. Oosterhoff - Vos, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De uitspraak is gedaan en bekendgemaakt op:
07 september 2020

Documentcode: DSR12609471

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.