ECLI:NL:RBDHA:2020:8833
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- A.E. Dutrieux
- J.F.A. Bleichrodt
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, een man van Ugandese nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure. Deze aanvraag was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bij besluit van 28 juni 2020 afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 31 augustus 2020, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. S. Oba, en waar ook een tolk, I. Ringelé, aanwezig was. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. M. Timmer. Tijdens de zitting werd ook de behandeling van een andere zaak, NL20.13516, besproken. De rechtbank had in die zaak al uitspraak gedaan, waardoor de voorzieningenrechter oordeelde dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Om deze reden werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter, mr. A.E. Dutrieux, heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.