ECLI:NL:RBDHA:2020:8829
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- A.E. Dutrieux
- J.F.A. Bleichrodt
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, een Ethiopiër geboren op 6 november 1983, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure. Deze aanvraag was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen bij besluit van 29 juni 2020, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd.
Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 31 augustus 2020, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. S. Oba, en waar ook een tolk, M. Abdi, aanwezig was. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. M.M. Volwerk. Tijdens de zitting werd ook de zaak NL20.13534 behandeld, die verband hield met het beroep van verzoeker.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in de aanverwante zaak NL20.13534, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.E. Dutrieux, in aanwezigheid van griffier mr. J.F.A. Bleichrodt, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.