ECLI:NL:RBDHA:2020:8827
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- A.E. Dutrieux
- J.F.A. Bleichrodt
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, een man van Turkse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure. Deze aanvraag was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen bij besluit van 29 juni 2020, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 31 augustus 2020, waar de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde, mr. S. Oba, en waar ook een tolk, A. Dogan, aanwezig was. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. E.P.A. Zwart. Tijdens de zitting werd de zaak van de verzoeker behandeld samen met een andere zaak (NL20.13433). De rechtbank heeft in die andere zaak op dezelfde dag uitspraak gedaan, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening in de onderhavige zaak verviel.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.E. Dutrieux, in aanwezigheid van griffier mr. J.F.A. Bleichrodt, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.