ECLI:NL:RBDHA:2020:8740
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing over niet tijdig beslissen op asielaanvraag met dwangsom
In deze zaak heeft eiser op 4 maart 2019 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft eerder, op 10 februari 2020, het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Echter, verweerder heeft deze termijn overschreden, wat heeft geleid tot het indienen van een nieuw beroep door eiser op 23 april 2020 wegens het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder geen stappen heeft ondernomen sinds de eerdere uitspraak en dat de coronamaatregelen niet als overmacht kunnen worden aangemerkt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de beslissing op de asielaanvraag van eiser op zorgvuldige wijze moet worden genomen en heeft verweerder opgedragen om binnen twaalf weken na deze uitspraak een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd, met een maximum van € 7.500,-, voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden.
De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, het niet tijdig nemen van een beslissing vernietigd en verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 262,50. Deze uitspraak is gedaan door rechter A.P. Hameete, in aanwezigheid van griffier R. Groeneveld. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.