In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 3 september 2020, zijn de aanvragen van twee Syrische statushouders en hun kinderen tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aan de orde. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvragen eerder niet-ontvankelijk verklaard, omdat de eisers in Griekenland internationale bescherming genieten. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris ten onrechte heeft aangenomen dat de band met Griekenland sterker is dan die met Nederland, gezien de bijzondere kwetsbaarheid van de eisers. De rechtbank stelt vast dat de eisers, een gezin met drie jonge kinderen, te maken hebben met ernstige medische problemen, waaronder suïcidale gedachten bij de moeder en PTSS bij de oudste zoon. De rechtbank concludeert dat de eisers bij terugkeer naar Griekenland in een situatie van zeer verregaande materiële deprivatie zullen terechtkomen, wat in strijd is met de Europese richtlijnen. De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten en draagt de staatssecretaris op om binnen acht weken nieuwe besluiten te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitspraak.