Uitspraak
1.[eiser, sub 1] te [plaats 1] , gemeente [gemeente 1] ,
[eiser, sub 2]te [plaats 1] , gemeente [gemeente 1] ,
[eiser, sub 3]te [plaats 2] ,
1.[gedaagde, sub 1] te [plaats 3] ,
[gedaagde, sub 2]te [plaats 4] , gemeente [gemeente 2] .
1.De procedure
2.De feiten
“dat er tussen ondergetekende en de schuldenaar geen enkele rechtsverhouding bestaat of heeft bestaan, uit hoofde waarvan de schuldenaar op het tijdstip van het beslag nog iets van ondergetekende had te vorderen, nu te vorderen heeft of nog te vorderen zal krijgen.”
Client betaalt EUR 10.000,- (EUR 12.100 incl. BTW) als vergoeding voor gebruikmaking van de opslag. Daarmee heeft de betaling te gelden als een betaling op de vordering van de heren [gedaagde, sub 2] en [gedaagde, sub 1] op de Veenbouwte B.V.
Wanner wij overeenstemming bereiken zal het nog enige tijd kosten om een en ander te organiseren. Zoals aangegeven zal de betaling plaatsvinden vanaf onze derdengeldenrekening; zodra wij akkoord van uw cliënten hebben ontvangen zal ik aan u bevestigen dat wij die betaling in gang gaan zetten. Bij akkoord tussen partijen zal de uitlevering echter wel ongehinderd en onbelemmerd plaatsvinden - ook in afwachting van ontvangst van de betaling. lk begrijp dat uw cliënten dan nog geen rechten zullen vrijgeven. De uitlevering kan achter voor een zeer groot gedeelte plaatsvinden terwijl nog genoeg 'onderpand' achter zal blijven voor de relatief beperkte vordering waar uw cliënten pretenderen recht op te hebben.
Na voldoening van het voornoemde bedrag op uw derdengeldenrekening geven uw cliënten hun gepretendeerde rechten ten aanzien van de partijen kerstbomen onherroepelijk en onvoorwaardelijk vrij en zullen zij, noch de heer [A] , op enigerlei wijze de verdere uitlevering verhinderen of belemmeren,
Na voldoening van het voornoemde bedrag op uw derdengeldenrekening en uitlevering van de kerstbomen verlenen [eiser, sub 1] enerzijds en de heren [gedaagde, sub 2] en [gedaagde, sub 1] anderzijds elkaar finale kwijting voor al hetgeen zij over en weer te vorderen hebben uit hoofde van het derdenbeslag, het door uw cliënten uitgeoefende retentierecht en anderszins verband houdende met (de uitlevering van) de kerstbomen.
eisers te ontvangen in hun vorderingen die ertoe strekken dat [eiser, sub 1] in rechte een gerechtelijke verklaring aflegt betreffende de eerder door [eiser, sub 1] afgelegde verklaring buiten rechte;
[eiser, sub 1] te veroordelen tot betaling van hetgeen [eiser, sub 1] volgens uw Rechtbank aan eisers moeten toekomen, een en ander voor zover nodig vast te stellen bij staat;
Voor recht te verklaren dat [eiser, sub 1] middels het afgeven van een onvolledige respectievelijk niet correcte verklaring onrechtmatig jegens eisers heeft gehandeld en derhalve schadeplichtig is waarvan de omvang tenminste de schade is zoals onder het primaire deel van dit petitum is gesteld, nader op te maken bij staat;
3.Het geschil
primairde op verzoek van [gedaagde, sub 1 c.s.] op of omstreeks 11 mei 2020 gelegde conservatoire derdenbeslagen op te heffen, althans
subsidiairde vorderingen van [gedaagde, sub 1 c.s.] zoals vermeld in het beslagverlof van 6 mei 2020 opnieuw te begroten en te verlagen tot een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag en te bepalen dat [gedaagde, sub 1 c.s.] op straffe van een dwangsom gehouden zijn de beslagen op te heffen als voor dat nader begrootte bedrag zekerheid wordt verstrekt in de vorm van een bankgarantie;
4.De beoordeling van het geschil
–en alle stellingen van [eiser, sub 1] c.s. omtrent de vordering van [gedaagde, sub 1 c.s.] op De Veenbouwte, die volgens [eiser, sub 1] c.s. geen, althans niet in volle omvang, stand kan houden. Dit alles kan in het licht van het vorenstaande verder onbesproken blijven.