ECLI:NL:RBDHA:2020:8567

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 juli 2020
Publicatiedatum
3 september 2020
Zaaknummer
NL20.13210
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag Gambiaanse nationaliteit

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 juli 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, die stelt de Gambiaanse nationaliteit te hebben, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen bij besluit van 22 juni 2020, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd.

Verzoeker heeft tegen dit bestreden besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 14 juli 2020, maar verzoeker en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting werd ook de behandeling van een andere zaak, NL20.13209, besproken.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, het verzoek om voorlopige voorziening moet worden afgewezen. Aangezien de rechtbank het beroep ongegrond heeft verklaard, is er geen noodzaak voor een voorlopige voorziening. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, in aanwezigheid van griffier mr. L. Ruizendaal-van der Veen. Vanwege coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra het weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.13210

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummeraanduiding]
(gemachtigde: mr. F. Lavell),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E. Zweerts).

ProcesverloopBij besluit van 22 juni 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijdin de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.13209, plaatsgevonden op 14 juli 2020. Verzoeker is niet verschenen. De gemachtigde van verzoeker is, met bericht van verhindering, ook niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoeker stelt de Gambiaanse nationaliteit te hebben.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.13209, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst daarom het verzoek om voorlopige voorziening af. Omdat de rechtbank het beroep ongegrond heeft verklaard, is namelijk geen voorlopige voorziening meer nodig.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L. Ruizendaal-van der Veen, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De uitspraak is gedaan op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.