Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 augustus 2020 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
Procesverloop
24 september 2019 en deze afgewezen.
Overwegingen
23 juni 2020 voorlopig en ter zitting op 6 juli 2020 definitief gehonoreerd. Er bestaat daarom geen grond om het beroep wegens het niet betalen van griffierecht niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank merkt daarbij op dat de voorzieningenrechter eiser – hoewel dat niet is opgenomen in de uitspraak van 27 februari 2020 – ook heeft vrijgesteld van het betalen van griffierecht in de voorlopige voorzieningenprocedure met zaaknummer
Beslissing
- verklaart het beroep, voor zover gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag van 24 september 2019, niet-ontvankelijk;
- verwijst het van rechtswege ontstane beroep gericht tegen het besluit van 11 mei 2020 naar verweerder om als bezwaarschrift in behandeling te nemen.