Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser/verzoeker (hierna: eiser)
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 februari 2020 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, die een Indiase nationaliteit heeft en asiel heeft aangevraagd in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, met de stelling dat India een veilig land van herkomst is. Eiser heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om uitzetting te voorkomen totdat op zijn beroep is beslist. Tijdens de zitting op 11 februari 2020 heeft eiser zijn situatie toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij in India problemen heeft gehad vanwege de moord op zijn vader door leden van een rivaliserende familie. De rechtbank heeft overwogen dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat India in zijn specifieke geval niet veilig is. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser wisselend heeft verklaard over zijn pogingen om bescherming te krijgen van de Indiase autoriteiten, wat afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van zijn asielrelaas. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de asielaanvraag kennelijk ongegrond is en dat eiser de bescherming van de Indiase autoriteiten kan inroepen. Het beroep is ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.