6.3Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De feiten
In het kader van een omgangsregeling tussen de verdachte en zijn ex-vriendin verbleef hun minderjarige dochter [naam dochter] om het weekend bij de verdachte thuis. Wat voor de verdachte begon als een ritueel rond het naar bed brengen van [naam dochter] , is uitgemond in langdurig en frequent seksueel misbruik. Dit misbruik is begonnen toen [naam dochter] zeven jaar was en heeft ruim twee jaar geduurd. De verdachte had als vader een van de belangrijkste bronnen van veiligheid en geborgenheid voor [naam dochter] moeten zijn. In plaats daarvan misbruikte hij haar. Voor [naam dochter] moet dit vreselijk zijn geweest. Zij heeft meerdere keren tevergeefs geprobeerd om onder de weekends bij haar vader uit te komen en was op momenten tijdens het misbruik verstijfd van angst. De verdachte heeft misbruik gemaakt van het overwicht dat hij als volwassene en als vader op haar had. Hij heeft alleen maar oog gehad voor bevrediging van zijn eigen lustgevoelens en vermindering van zijn eigen pijn, zonder zich te bekommeren om de schade die hij daarmee bij zijn dochter aanrichtte. Het misbruik is niet gestopt door toedoen van de verdachte, maar pas toen [naam dochter] haar ouders in een paar WhatsAppberichten confronteerde met wat haar was aangedaan. Ook voor haar moeder en zusje is het misbruik zeer ingrijpend geweest. De rechtbank neemt de verdachte dit alles erg kwalijk.
In de toelichting op de vordering benadeelde partij van [naam dochter] staat onder meer dat zij last heeft van nachtmerries, zich niet meer veilig voelt en geregeld huilend in bed ligt. Ook begrijpt zij niet waarom dit haar is overkomen. De verdachte is in zijn therapie nog niet zover gevorderd dat een eenduidig antwoord op deze vraag kan worden gegeven.
Op wat de verdachte [naam dochter] heeft aangedaan, vormt alleen een gevangenisstraf een passende reactie.
Rapportages
De verdachte is in het kader van de strafzaak onderzocht door de GZ-psycholoog
drs. M.H. Keppel. Van dit onderzoek is een rapport opgemaakt. In dit rapport van 21 november 2019 staat dat er in de jeugd van de verdachte sprake is geweest van affectieve verwaarlozing en psychische mishandeling door zijn moeder en afwezige vader. De seksuele ontwikkeling is verstoord verlopen. Er is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een borderline persoonlijkheidsstoornis met narcistische en vermijdende trekken. Daarnaast is er sprake van een ziekelijke stoornis in de vorm van een pedofiele stoornis.
Deze stoornis is volgens de psycholoog van invloed geweest op het ten laste gelegde. Nadat de verdachte en zijn vriendin uit elkaar waren gegaan, zouden bij de verdachte pedoseksuele gevoelens en fantasieën sterker naar voren zijn gekomen. Hierdoor kreeg hij interesse in het downloaden van pornografisch beeldmateriaal van meisjes van ongeveer 12 jaar oud. Door deze beelden raakte hij opgewonden. Deze fantasieën en handelingen hebben naar alle waarschijnlijkheid vanuit de pedofiele stoornis mede bijgedragen aan het kunnen ontstaan van het seksueel misbruik van zijn dochter. Verder is de verdachte vanuit de borderline problematiek erg gevoelig voor afwijzing en verlating. Hij heeft veel moeite met het in stand houden van emotioneel stabiele relaties, waardoor de relatie met zijn vriendin stukliep. Dit hield voor hem in dat het contact met zijn kinderen drastisch verminderde. Ook dit riep een groot gevoel van afwijzing bij hem op. Daarnaast was het seksueel misbruik van zijn dochter een manier om de pijn rondom de afwijzing en verlating draaglijker te maken, waarbij alcohol een grensverlagende werking heeft gehad.
De combinatie van vorenstaande factoren zouden er volgens de psycholoog toe hebben geleid dat de verdachte niet meer in staat was om zijn gedrag te sturen, met als gevolg het ten laste gelegde. Vanwege de stoornissen is hij minder goed in staat geweest om andere gedragskeuzen te maken en daarnaar te handelen. Derhalve komt de psycholoog tot de conclusie dat het ten laste gelegde de verdachte in verminderde mate toe te rekenen is.
De psycholoog adviseert om de ambulante behandeling van de verdachte bij de forensische polikliniek De Waag voort te zetten. De verdachte heeft gezegd te willen meewerken aan een behandeling. Hij stelt zich open op en lijkt te beschikken over inzicht en besef dat verandering noodzakelijk is. Hij is trouw in zijn afspraken.
De rechtbank heeft ook kennisgenomen van het rapport van Reclassering Nederland van
28 juli 2020. De reclassering adviseert om bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf aan verdachte op te leggen met de volgende bijzondere voorwaarden:
- meldplicht bij de reclassering;
- ambulante behandeling;
- contactverbod met [naam dochter] en haar zusje.
Strafblad
De rechtbank heeft voorts gelet op het strafblad van de verdachte van 13 juli 2020. Hieruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. Het strafblad van de verdachte heeft daardoor geen strafverzwarende invloed.
Straf
De rechtbank acht zich door de rapporten voldoende voorgelicht. Zij acht de conclusie van de psycholoog goed gemotiveerd en concludeert op basis daarvan en gezien de overige inhoud van het dossier dat de gedragingen van de verdachte zijn beïnvloed door zijn psychische stoornis. Het ten laste gelegde wordt de verdachte daarom in verminderde mate toegerekend.
Gelet op de borderline persoonlijkheidsstoornis en de pedofiele stoornis van de verdachte en de gevolgen die dit heeft voor zijn gedrag in de omgang met anderen, is de rechtbank van oordeel dat het - ter voorkoming van recidive - van groot belang is dat de verdachte wordt behandeld. Daarom zal zij een gedeelte van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm opleggen.
De rechtbank weegt in het nadeel van de verdachte mee dat het misbruik gedurende ruim twee jaar plaatsvond waarbij er sprake was van een hoge frequentie, dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van zijn rol als vader en dat het misbruik bij hem thuis plaats vond, een plek waar [naam dochter] zich bij uitstek veilig had moeten voelen.
De rechtbank weegt in het voordeel van de verdachte mee dat hij na de ontdekking van het misbruik van [naam dochter] direct open kaart heeft gespeeld en alles heeft bekend. Deze erkenning is belangrijk voor de verwerking bij [naam dochter] .
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat de eis van de officier van justitie een passende reactie is op de bewezen verklaarde feiten. Zij zal daarom aan de verdachte een gevangenisstraf opleggen van 36 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met de bijzondere voorwaarden die de reclassering heeft geadviseerd. De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat een proeftijd van 3 jaar noodzakelijk is om de verdachte goed te kunnen behandelen.
Dadelijke uitvoerbaarheid?
De rechtbank zal de op te leggen bijzondere voorwaarden niet dadelijk uitvoerbaar verklaren, nu zij de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis zal bevelen. De rechtbank gaat daartoe over gezien de ernst van de feiten en de lange periode dat de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt.