ECLI:NL:RBDHA:2020:8051

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 augustus 2020
Publicatiedatum
24 augustus 2020
Zaaknummer
C/09/596084 / KG ZA 20-650
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vorderingen tot versoepeling coronamaatregelen in de horeca

In deze zaak hebben de Vereniging Horeca Nederland en twee horecaondernemingen in juli 2020 een kort geding aangespannen tegen de Nederlandse Staat. De eisers vroegen de rechter om de coronamaatregelen die van toepassing zijn op de horeca te versoepelen. Tijdens de zitting op 23 juli 2020 hebben de eisers ook gevraagd om objectieve criteria en een tijdpad voor verdere versoepelingen van de coronamaatregelen. Daarnaast vroegen zij om aanvullende financiële steunmaatregelen voor de horeca. Na een schorsing van de zaak, waarin partijen overeenkwamen om in overleg te gaan, werd de zaak opnieuw aan de rechter voorgelegd omdat er geen oplossing was bereikt.

Op 21 augustus 2020 heeft de voorzieningenrechter in een verkorte uitspraak de vorderingen van de eisers afgewezen. De rechter oordeelde dat de Staat niet verplicht kan worden om de coronamaatregelen te versoepelen. De motivering van deze uitspraak zou uiterlijk op 11 september 2020 gepubliceerd worden. De rechter heeft ook bepaald dat de eisers de proceskosten aan de Staat moeten vergoeden, die zijn begroot op € 1.636,--, inclusief advocaatkosten en griffierecht. Bij gebreke van tijdige betaling zijn de eisers wettelijke rente verschuldigd over deze kosten. De uitspraak is gedaan door mr. H.J. Vetter en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/596084 / KG ZA 20-650
Verkort vonnis in kort geding van 21 augustus 2020
in de zaak van
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
Koninklijk Verbond van Ondernemers in het Horeca en Aanverwante Bedrijf “Horeca Nederland”te Woerden,
[eiser2], handelende onder de naam
[handelsnaam eiser 2]te [plaats 1] ,
[eiser3] V.O.F., tevens handelende onder de naam
[handelsnaam VOF]te [plaats 2] en haar vennoten
[vennoot1 van eiser3]en
[vennoot2 van eiser3]te [plaats 2] ,
eisers,
advocaten mrs. R.G. Meester en P.M.L. Schilder Spel te Amsterdam,
tegen:
de Staat der Nederlanden(meer in het bijzonder het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) te Den Haag,
gedaagde,
advocaten mrs. R.W. Veldhuis en J. Bootsma te Den Haag.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 23 juli 2020 wordt spoedshalve een verkort vonnis gewezen. Een uitgewerkt vonnis volgt uiterlijk 11 september 2020. Er wordt als volgt beslist:
De voorzieningenrechter:
- wijst het gevorderde af;
- veroordeelt eisers om binnen veertien dagen nadat dit vonnis is uitgesproken de kosten van dit geding aan gedaagde te betalen, tot dusverre aan de zijde van gedaagde begroot op € 1.636,--, waarvan € 980,-- aan salaris advocaat en € 656,-- aan griffierecht;
- bepaalt dat eisers bij gebreke van tijdige betaling de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd zijn;
- verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Vetter en in het openbaar uitgesproken op 21 augustus 2020.
ts