ECLI:NL:RBDHA:2020:7996
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen niet-ontvankelijk verklaring van een militair ambtenaar inzake functieduurverlenging
In deze zaak heeft eiser, een majoor bij de Koninklijke Landmacht, bezwaar gemaakt tegen een mededeling van zijn commandant, brigade-generaal [brigade-generaal], die hem had laten weten dat hij geen positief advies zou geven voor de verlenging van zijn functieduur. Eiser had zijn functie als Commandant NATRESBAT van 13 juni 2015 tot 13 juni 2019 en diende voor verlenging een formulier in te vullen en terug te sturen. Eiser heeft echter het formulier niet ondertekend geretourneerd, wat leidde tot de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar door de Staatssecretaris van Defensie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaar niet gericht was tegen een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat de mededeling van de commandant geen zelfstandig rechtsgevolg had. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, omdat de mededeling van de commandant niet als een besluit kan worden aangemerkt. Eiser had de verantwoordelijkheid om het formulier tijdig in te dienen en zijn stelling dat hij door de commandant in de veronderstelling werd gebracht dat hij geen aanvraag kon indienen, werd niet als voldoende bewijs gezien. De rechtbank heeft de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar bevestigd en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.