Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
a. het bestuursorgaan in gebreke is tijdig een besluit te nemen, en
b. twee weken zijn verstreken na de dag waarop belanghebbende het bestuursorgaan schriftelijk heeft medegedeeld dat het in gebreke is.
7. Verweerder heeft op 27 mei 2019 aan eiseres een verblijfsvergunning verstrekt voor bepaalde tijd. Naar het oordeel van de rechtbank is verweerder vanaf dat moment verantwoordelijk geworden voor de behandeling van de asielaanvraag. Dat betekent dat verweerder op grond van artikel 42, zesde lid, Vw uiterlijk op 26 november 2019 op de aanvraag had moeten beslissen. De rechtbank stelt vast dat deze beslistermijn is verstreken.
Beslissing
- verklaart het beroep in verband met het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag gegrond;
- vernietigt het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op om binnen acht weken na de dag van verzending van de uitspraak een eerste gehoor af te nemen en binnen acht weken na het eerste gehoor een besluit op de aanvraag bekend te maken, in ieder geval binnen zestien weken na deze uitspraak;
€ 7.500,-;