Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 juli 2020 in de zaak tussen
[eiser] , eiser, V-nummer [V-nummer]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
7 juli 2020. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
De rechtbank overweegt als volgt.
3 november 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2984) blijkt dat verweerder adviezen van het BMA als deskundigenadviezen aan zijn besluitvorming ten grondslag mag leggen. Als de vreemdeling geen contra-expertise overlegt, strekt de door de bestuursrechter te verrichten toetsing niet verder dan de beoordeling naar aanleiding van de beroepsgronden of verweerder zich gelet op artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht ervan heeft vergewist dat dit advies naar wijze van totstandkoming zorgvuldig en naar inhoud inzichtelijk en concludent is. Indien aan deze eisen is voldaan, mag verweerder in beginsel van dit advies uitgaan, tenzij concrete aanknopingspunten bestaan voor twijfel aan de juistheid of volledigheid ervan. Het is aan eiser om die punten naar voren te brengen.
15 juli 2019 aan zijn besluit ten grondslag heeft mogen leggen.
Beslissing
mr. J.F.A. Bleichrodt, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 15 juli 2020.