Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Bewijsoverwegingen
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 juli 2020;
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] d.d. 15 februari 2020, blz. 45 – 47;
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] d.d. 15 februari 2020, blz. 48 – 50.
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 juli 2020;
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] , d.d. 19 februari 2020, blz. 119 – 120.
:"
Overval, overval", en
:"
Geef geld" en "
Maak die lade open" en "
Ik heb geld nodig”, terwijl hij het op een vuurwapen gelijkend voorwerp in de richting van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hield;
dieaan een ander toebehoorde
n, te weten aan [naam juwelier] , weg te nemen met het oogmerk om zich die wederrechtelijk toe te eigenen en die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, meermalen met kracht met een hamer op de etalageruit van voornoemde juwelier heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De vordering van de benadeelde partij / de schadevergoedingsmaatregel
€ 2.392,16, bestaande uit € 475,16 aan materiële schade en € 1.917,00 aan immateriële schade.
€ 1.917,00, bestaande uit immateriële schade.
€ 3.896,23 + € 140,00 + € 35,00 = totaal € 3.961,23.
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
3 (DRIE) JAAR;
drie jaren vastgestelde proeftijdniet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Den Haag en zich daarna gedurende de proeftijd op door de reclassering te bepalen tijdstippen blijft melden bij deze instelling, zo frequent en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling stelt van De Waag of een soortgelijke zorgverlener, op de tijden en plaatsen door of namens die zorginstelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen voor zijn problematiek. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- gedurende de proeftijd (zodra dat mogelijk is) verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering, en zich houdt aan de huisregels en het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
- gedurende de proeftijd deelneemt aan de gedragsinterventie COVA+ of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden, waarbij de veroordeelde zich houdt aan de afspraken en aanwijzingen zoals die gedurende deze gedragsinterventie door of namens de instelling aan hem worden gegeven. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt;
benadeelde partijen gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan:
- [slachtoffer 1] een bedrag van € 2.392,16;
- [slachtoffer 2] een bedrag van € 1.917,00;
- [slachtoffer 3] een bedrag van € 4.083,42;
verplichting tot betaling aan de Staatvan een bedrag, telkens vermeerderd met de wettelijke rente daarover, van
- € 2.392,16 ten behoeve van [slachtoffer 1] ;
- € 1.917,00 ten behoeve van [slachtoffer 2] ;
- € 4.083,42 ten behoeve van [slachtoffer 3] ;
- 33 dagen ten aanzien van [slachtoffer 1] ;
- 29 dagen ten aanzien van [slachtoffer 2] ;
- 50 dagen ten aanzien van [slachtoffer 3] ;