Uitspraak
Rechtbank den haag
1.[gedaagde, sub 1] ,
[gedaagde, sub 2] ,
in persoonverschenen,
nietverschenen.
1.De procedure
2.De feiten
het onderhoud van pad en brug is voor rekening van de eigenaar van het lijdend erf; door de tegenwoordige eigenaren van het heersend erf is terzake van deze erfdienstbaarheid geen vergoeding verschuldigd, doch door iedere opvolgende eigenaar van het heersend erf of een gedeelte daarvan is voor de uitoefening van voormelde erfdienstbaarheid aan de eigenaar van het lijdend erf een vergoeding verschuldigd van drie gulden per jaar, bij vooruitbetaling te voldoen”."
lijdend erfter zake van voormelde erfdienstbaarheid het (thans) aan [eiseres] toebehorende perceel [X] [kadastraal nummer] en het
heersend erfde (thans) aan [gedaagde, sub 1] toehorende percelen [X] [kadastraal nummer] en [kadastraal nummer] .
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
Procesreglement kort gedingen rechtbanken handel/familiekan een eis in reconventie namelijk alleen worden gedaan door een partij die bij advocaat is verschenen, terwijl [gedaagde, sub 1] in persoon is verschenen.
.Gelet op het voorgaande wijst dit er op dat het destijds de bedoeling was van partijen dat de recreatiewoning slechts lopend of per fiets moet kunnen worden bereikt en niet ook per auto en/of ander motorvoertuig. Daar komt bij dat op de zitting - als onbetwist - is komen vast te staan dat de brug van de openbare weg naar het perceel van [eiseres] ten tijde van de vestiging van de erfdienstbaarheid een draaibrug van (circa) 1 meter breed betrof. Daarover was autoverkeer dus onmogelijk. Ook op grond hiervan kan niet worden aangenomen dat partijen toen hebben beoogd dat de recreatiewoning (ook) per auto bereikbaar zou moeten zijn. Eerst in 1960 is de brug verbreed tot 3 meter, als gevolg waarvan het lijdend erf ook per auto kan worden bereikt. Dat - zoals [gedaagde, sub 1] stelt - in 1950 is beoogd een
toekomstbestendigeerfdienstbaarheid te vestigen, in die zin dat toen al werd voorzien dat de brug ooit zou worden verbreed met het oog op autoverkeer, mede ten behoeve van heersend erf, kan niet worden aangenomen. Iedere aanwijzing daarvoor ontbreekt. Het ligt veeleer voor de hand dat de brug (enkel) is verbreed teneinde de toenmalige eigenaar van perceel [kadastraal nummer] in de gelegenheid te stellen zijn perceel met een auto te bereiken.
lopend te bereikenis
via recht van overpaden dat
Dit overpad is gevestigd op de toegangsbrug en een gedeelte van het erf middels een voetpad. De juistheid hiervan volgt ook uit de door [eiseres] - als productie 16 - in het geding gebrachte foto's, waaruit blijkt dat de recreatiewoning slechts via een smal 'poortje' alleen te voet of per fiets - maar zeker niet met een auto - bereikbaar is. Op zichzelf is juist dat aan de inhoud van een verkoopbrochure geen rechten kunnen worden ontleend, maar het heeft geeft wel aan hoe de vorige eigenaar van de recreatiewoning de erfdienstbaarheid interpreteerde.
overgangbetekent dat deze enkel lopend of per fiets en niet ook met een gemotoriseerd voertuig mag worden uitgeoefend. Daarover bestaat bij de voorzieningenrechter geen
twijfelin de zin van 5:73 lid 1 BW. Overigens heeft [eiseres] gemotiveerd - en onder overlegging van schriftelijke verklaringen - bestreden dat de erfdienstbaarheid gedurende geruime tijd en zonder tegenspraak is uitgeoefend door middel van het gebruik van auto's, zodat dit - zonder nader en grondig onderzoek, waarvoor deze procedure zich niet leent - ook niet kan worden aangenomen.
5.De beslissing
€ 3,42 aan verschotten;