ECLI:NL:RBDHA:2020:7508
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag document rechtmatig verblijf gemeenschapsonderdaan wegens schijnrelatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 juli 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een aanvraag tot afgifte van een document dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan zou bevestigen. Eiser, een Ghanese nationaliteit, had de aanvraag ingediend op basis van zijn relatie met een Portugese referente. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die de relatie als een schijnrelatie beschouwde. Eiser voerde aan dat de afwijzing onterecht was en dat de door verweerder aangevoerde indicatoren voor een schijnrelatie niet gerechtvaardigd waren. Tijdens de hoorzitting op 18 juni 2020, die via videoverbinding plaatsvond, werden eiser en referente gehoord. De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht twijfels had over de geloofwaardigheid van de relatie, gezien de tegenstrijdige verklaringen van eiser en referente over essentiële onderdelen van hun relatie. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris op goede gronden de aanvraag had afgewezen, en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard.