ECLI:NL:RBDHA:2020:7465
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verweigerde verblijfsvergunning asiel op basis van Dublinverordening en minderjarigheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 juli 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Eritrese nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Luxemburg als verantwoordelijke lidstaat was vastgesteld op basis van de Dublinverordening. Eiser had eerder in Luxemburg asiel aangevraagd en daar verklaard 23 jaar oud te zijn, maar stelde nu dat hij minderjarig was en dat de overdracht aan Luxemburg niet mocht plaatsvinden. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder de twijfel over zijn leeftijd en de gezondheidsrisico's door het coronavirus, niet gegrond bevonden. De rechtbank oordeelde dat de registratie in Luxemburg als meerderjarig niet onjuist was en dat de doopakte van eiser niet als identificerend document kon worden beschouwd. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om te twijfelen aan de leeftijdsregistratie en dat de tijdelijke belemmeringen door het coronavirus de overdracht niet onrechtmatig maakten. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard.