Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 juli 2020 in de zaken tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
de Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
- Eerder is beslist dat de teveel ontvangen voorschotten samenhangen met opzet of grove schuld aan de zijde van eiseres;
- De juistheid van die beslissing(en) kunnen nu niet meer aan de orde worden gesteld;
- In geval van opzet of grove schuld komt men uitsluitend in aanmerking voor een terugbetaling in 24 maandtermijnen, waarbij de hoogte van de maandelijkse termijn wordt vastgesteld op het terug te betalen bedrag gedeeld door 24;
- De toepasselijke regelingen bieden geen mogelijkheid rekening te houden met de concrete financiële aflossingsruimte op grond van het persoonlijke inkomen en de vaste lasten (het wettelijk kader);
- Als de betalingsregeling niet wordt nagekomen, dan wordt de regeling beëindigd, met als gevolg de verplichting om het openstaande bedrag direct en volledig terug te betalen.
Geschil5. In geschil is of verweerder de maandelijkse betalingscapaciteit van eiseres juist heeft vastgesteld, onder toepassing van het wettelijk kader: artikel 7, vierde en vijfde lid van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en artikel 79.8 van de Leidraad Invordering 2008 in samenhang met de artikelen 11, 12 en 13 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. De hoogte van en de verplichting tot terugbetaling van de te veel ontvangen toeslag zijn niet in geschil.