ECLI:NL:RBDHA:2020:6012
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en overdracht aan Duitsland onder de Dublinverordening in het licht van medische zorg en coronamaatregelen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 juni 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij de asielaanvraag van eiser niet in behandeling is genomen. Eiser, die eerder asielaanvragen in Duitsland had ingediend, stelde dat hij niet kon worden overgedragen aan Duitsland vanwege zijn psychische klachten en de druk op de medische zorg door de coronasituatie. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris geen aanleiding had om een nieuw BMA-advies op te vragen, omdat eiser geen actuele medische stukken had ingediend ter onderbouwing van zijn situatie. De rechtbank concludeerde dat de uitbraak van het coronavirus geen beletsel vormde voor de overdracht aan Duitsland, aangezien de medische voorzieningen daar vergelijkbaar zouden zijn met die in Nederland. Eiser's beroep werd ongegrond verklaard, en de rechtbank benadrukte dat de beslissing zorgvuldig was genomen en voldoende gemotiveerd.