In deze zaak heeft de werkgever, Lans Westland B.V., een verzoek ingediend bij de kantonrechter in Den Haag tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en schadevergoeding. De werknemer, die sinds 2010 in dienst was, werd op staande voet ontslagen na beschuldigingen van verduistering van tomaten. De werkgever stelde dat de werknemer betrokken was bij het verkopen van tomaten aan derden zonder toestemming, wat leidde tot een dringende reden voor ontslag. De werknemer betwistte de beschuldigingen en stelde dat er een vaststellingsovereenkomst was gesloten, maar de kantonrechter oordeelde dat deze overeenkomst niet tot stand was gekomen omdat het aanbod door de werkgever tijdig was herroepen. De kantonrechter concludeerde dat de werknemer onvoldoende had onderbouwd dat hij niet betrokken was bij de onregelmatigheden en dat de werkgever voldoende bewijs had geleverd voor de dringende reden van ontslag. De kantonrechter heeft de werkgever in het gelijk gesteld en de werknemer veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, inclusief een vergoeding voor onregelmatige opzegging en schadevergoeding. De proceskosten werden ook aan de werknemer opgelegd.