ECLI:NL:RBDHA:2020:5917

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 mei 2020
Publicatiedatum
30 juni 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 3626
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake huwelijksvoltrekkingen door Corona-maatregelen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 mei 2020 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoeker tegen het college van burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard. De zaak betreft een brief van 9 april 2020 waarin de gemeente uitleg gaf over de beperkingen rondom huwelijksvoltrekkingen als gevolg van de Corona-maatregelen. De gemeente had besloten dat het niet was toegestaan om te trouwen op andere dan de drie aangewezen trouwlocaties. Verzoeker maakte bezwaar tegen deze beslissing en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter overwoog dat het bestreden bericht van de gemeente geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) was, omdat het een algemeen informerend karakter had en niet gericht was op rechtsgevolg. De voorzieningenrechter concludeerde dat het bezwaar van verzoeker niet-ontvankelijk was, omdat het bestreden bericht niet als een besluit kon worden beschouwd. Hierdoor was er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen.

De uitspraak benadrukt dat de voorzieningenrechter in deze situatie geen proceskostenveroordeling oplegde en dat het oordeel voorlopig van aard is, wat betekent dat het de rechtbank in een eventueel bodemgeding niet bindt. De uitspraak werd niet op een openbare zitting gedaan vanwege de Corona-maatregelen, maar zal later alsnog worden gepubliceerd op de website van de rechtspraak.

Uitspraak

Rechtbank DEN Haag

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 20/3626
uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 mei 2020 op het verzoek om voorlopige voorziening van

[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker,

tegen

het college van burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard, verweerder

(gemachtigde: L. Zondag).

Procesverloop

Bij brief van 9 april 2020 (het bestreden bericht) heeft verweerder verzoeker toegelicht dat de gemeente als gevolg van het Corona virus maatregelen heeft moeten treffen rondom huwelijksvoltrekkingen en dat het niet is toegestaan om te trouwen op andere dan de drie aangewezen trouwlocaties.
Verzoeker heeft bij brief van 20 mei 2020 bezwaar gemaakt tegen het bestreden bericht. Voorts heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. Artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat, indien onverwijlde spoed dat vereist en partijen daardoor niet in hun belangen worden geschaad, de voorzieningenrechter ook in andere gevallen uitspraak kan doen zonder toepassing van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb.
De voorzieningenrechter ziet aanleiding om van deze bevoegdheid gebruik te maken.
Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2. Bij het bestreden bericht heeft verweerder verzoeker op diens eerdere vraag waarom er geen huwelijksvoltrekkingen mogen plaatsvinden in De Steinsetuin meegedeeld dat, in de periode waarin de 3e Noodverordening Covid-19 Veiligheidsregio Hollands-Midden van 26 maart 2020 geldt, het niet is toegestaan om te trouwen op andere dan de drie aangewezen trouwlocaties, te weten de Raadszaal Bergambacht, De Drie Maenen in Ouderkerk aan den IJssel en het Gemeentekantoor Stolwijk.
3. De voorzieningenrechter stelt vast dat het bezwaar van verzoeker uitdrukkelijk is gericht tegen het bestreden bericht. Het bestreden bericht bevat een toelichting op een eerder besluit van verweerder om de vaste locaties van huwelijksvoltrekkingen (vermeld in artikel 6 van het Reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de Burgerlijke Stand, de buitengewone ambtenaren van de Burgerlijke Stand en de openstelling van het bureau van de Burgerlijke Stand, Gemeenteblad 25 juni 2016, nr. 56635), in verband met de Corona (COVID-19) maatregelen te beperken tot drie van de vermelde vaste locaties. Verzoeker is kennelijk bekend met het eerdere besluit en niet is gebleken dat hij daartegen rechtsmiddelen heeft aangewend.
Het bestreden bericht heeft een algemeen, informerend karakter en omvat geen besluit waarbij de De Steinsetuin tot 1 september 2020, zoals verzoeker stelt, niet wordt aangewezen als gemeentehuis voor het voltrekken van huwelijken. Deze brief is daarom niet op rechtsgevolg gericht. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om in het bestreden bericht, gelet op de aard en inhoud daarvan, een verbod te lezen op grond van de 3e Noodverordening. Hieruit volgt dat het bestreden bericht niet is te beschouwen als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb (vergelijk de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 3 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1065).
4. Gelet op het vorenstaande is het bezwaar van verzoeker tegen het bestreden bericht naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet-ontvankelijk. Gelet daarop is er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 22 mei 2020 door mr. E.S.G. Jongeneel, rechter, in aanwezigheid van A.J. van Rossum, griffier.
Als gevolg van de maatregelen rondom het Corona virus is deze uitspraak nu niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Dat zal op een later moment alsnog gebeuren. Deze uitspraak wordt zo snel mogelijk gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
de voorzieningenrechter is verhinderd
te tekenen
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.